meevoeren naar den laatsten wedstrijd van
ons Vierde. Want dit was wel een bijzon
dere wedstrijd.
De eerewedstrijd van den aanvoerder.
Voor de rust een hopeloos uit vorm zijnde
ploeg. Niets lukte. Alles ging net anders dan
men wilde. Geen behoorlijk schot, geen sa
menspel dat naar succes leidt. Maar vooral,
geen eensgezindheid. De eenige, die de
situatie volkomen beheerschte, die den ge-
heelen wedstrijd zich zelf gebleven is, was
de aanvoerder.
Hij speelde rustig en zeker en deed al het
mogelijke om zijn spelers dat bij te brengen,
wat zoo noodzakelijk was om tot succes te
komen, rustig overlegd spel en beheersching.
Hij was het dan ook, die er in eerste in
stantie de oorzaak van was, dat een 32
achterstand nog vóór de rust in een gelijk
spel werd omgezet. De rust gaf gelegenheid
tot bezinning.
De koppen werden bij elkaar gestoken,
men begreep dat het anders kón dus
anders móést.
En ziet, de tweede helft bracht ons een
heel ander elftal in het veld. Er werd weer
gevoetbald. Men hoorde alleen nog de stem
van onzen aanvoerder.
De anderen wisten te zwijgen. De tweede
overwinning van dien dag.
Het spreekt wel vanzelf, dat nu de tegen
partij nergens was. Want ons elftal is kam-
pioensfahig, als de spelers dat zijn willen.
Na de rust „wilden" zij het en het resultaat...
Met 84 werden onze tegenstanders gesla
gen en ten slotte verdiend geslagen.
De les uit dezen wedstrijd leer voet
ballen, leer trappen, stoppen, dribbelen,
head-en,
maar vooral, leer zelfbeheersching.
Zelfbeheersching moet ge uzelf leeren. De
rest leert u de trainer.
En nu voor den captain en de spelers
van het Vierde
hoeden af.
Zij hebben ons A.F.C.ers iets gegeven van
hoop, hoop op successen in het veld, en hoop
op komende jaren, waarin in golven van
enthousiasme ook ons Eerste meegesleept
wordt.
Moge dit kampioenschap den stoot geven
aan alle A.F.C.ers, om zich met toewijding
te geven aan de voorbereiding tot de taak,
die hen het volgend jaar wacht.
Dan houdt dit kampioenschap, van Horn
en zijn mannen, voor A.F.C. een belofte in.
OBSERVER.
BIJ HET KAMPIOENSCHAP VAN ONS
VIERDE.
Kampioen worden, ,,dass muss ein Stück
vom Himmel sein".
't Is eigenlijk van één kant jammer, dat niet
alle spelende A.F.C.-ers de evoluties van ons
vierde in het afgeloopen seizoen qevolqd
hebben.
Velen hadden daar ongetwijfeld leering
uit kunnen trekken. Niet, dat al deze spelers
direct prominente voetballers zijn, die eerst
daags een verkiezing voor het Nederlandsch
Elftal kunnen verwachten.
Neen, aan allen ontbreekt nog wel het een
en ander. Maar dartoe kunnen, en zullen zij
zich als ijverige discipelen onder de hoede
stellen van Tom Bromilow; deze zal hun dan
wel de elementaire beginselen volledig bij
brengen waarop men het spel verder dient op
te bouwen, als: met beide beenen trappen,
onmiddellijk stoppen en verwerken van den
bal; het plaatsen van den bal zoowel met den
binnen- als met den buitenkant van den voet;
dribbelen: het trappen van den bal, zóó, dat
men met vrij groote zekerheid zeggen kan
waar de bal terecht komt; het met groote
snelheid opdrijven van den bal, zoo, dat deze
steeds onder bereik blijft (vleugels), etc. etc.
Verder zou het zeer nuttig zijn, als Tom
ons vierde eens in zijn competitiesamenstel
ling spelen zag, hij zou het dan onder be
paalde omstandigheden het juiste systeem
kunnen aangeven, groot open spel, of kort
samenspel, afwisselend naar de omstandig
heden, zooals zij zich voordoen.
Hij zou hij zou hij zou
Maar het is niet de bedoeling, met dit
schrijven aan te geven, wat zou kunnen ge
beuren.
Neen, doel is in het licht te stellen, hoe dit
elftal, hoewel niet samengesteld uit Van
Heels, Pauwes, Lagendaals en Van der
Meulens, toch op zoo'n fraaie wijze het kam
pioenschap wist te behalen.
Men zal zeggen: „Zeker zwakke tegen
partijen".
Maar dan wil ik u verwijzen naar ons le
elftal. Vraag eens aan onze le elftallers, of
zij niet herhaaldelijk verloren hebben van
tegenpartijen, die veel zwakker, veel minder
geacheveerd speelden!
Het feit, dat men tegen een zwakkere
tegenpartij speelt, geeft nog geen vrijbrief op
een overwinning; waarmee ik overigens in
het geheel niet erken, dat de tegenpartijen
van ons vierde steeds uit zich zelf zwakker
waren.
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!
- 10 -