^T7
Pieternel:
Jo en Jaap zijn echter van die mannen,
Die zich daarvoor niet eens extra hoeven in
te spannen,
gaat zoo door,
e er al voor.
re sj
Het is goed zoo, hoor jongens, gaat
Den dank van de natie heb
Thomasvaer:
Resteert nu nog onze commissaris van
materieel,
Ook deze jongeman presteert nog steeds veel.
Ied'ren dag in wind en weer,
Rijdt hij minstens één keer
Naar het veld op en neer.
Pieternel:
Veel zon en op z'n tijd ook wat regen,
Zijn voor het veld steeds een zegen.
Ernst zou heel trotsch zijn op een schitterend
veld,
Hij moet dit echter bezorgen met zeer weinig
geld.
Ik wensch hem dus steun van alles en allen,
Dit zal hem, geloof ik, het meest wel
bevallen.
Thomasvaer:
Ziezoo, de „leiding" hebben we nu gehad,
Doch we wenschen den and'ren ook wel wat.
De and'ren, dat zijn de oudere en jongere
helden,
Die de clubkleuren verdedigen op soms
modd'rige velden.
Pieternel:
Het is voor Piet Bos wel een heel hard gelag,
Dat we in de tweede klas blijven hangen.
Thomasvaer:
't Is niet alleen Piet, maar ook heel A.F.C.,
Die steeds naar „hooger" blijft verlangen.
Maar 't dient toch gezegd, ondanks alle
malheur,
Dat ons eerste heel goed is begonnen,
Want viel Alcmaria ons in 't begin niet ten
prooi,
En werd van D.E.C. niet gewonnen?
Dat steekt ons gelukkig een riem onder 't
hart,
We kunnen er dus op vertrouwen,
Dat iedereen werkt in 't belang der A.F.C.
Pieternel:
En de tweede klas blijve behouden
Maar de jongens dan van Jaap van Nek,
Wat zullen die dit jaar presteeren?
Thomasvaer:
Kijk Pieternel, ik ben blij dat je 't vraagt,
Want ik geloof, dat hun kansen gaan keeren.
Ze begonnen heel leelijk, ja, hopeloos zelfs,
Zoodat men 't ergste ging vreezen;
Maar nu is ons tweede weer aardig op dreef,
Met 't gevolg, dat we gerust kunnen wezen.
Pieternel:
Dus tweede elftallers, blijft nu paraat;
Jullie worden als de reserves beschouwd,
Zorgt dus in deze klasse te blijven;
Op jullie is onze toekomst gebouwd!
En 't derde elftal, Botje z'n team.
Daar wil ik ook wel iets van weten
Thomasvaer:
Ja, ja. Pieternel, 't vorig seizoen
Is door ons nog lang niet vergeten.
Gelukkig voor hen, dit jaar gaat het beter;
Ik hoor zelfs van bonte aspiraties,
En zoo verjongd als het elftal nu is,
Een kampioenschap beloone zijn prestaties.
Pieternel:
Volg Botje z'n voorbeeld, hij is van goed ras,
Dan komt ge gewis in een hoogere klas.
Thomasvaer:
Doch, hoogere elftallers, vergeet niet één
ding,
En dat is: zooveel mogelijk trainen,
Want dat maakt je body gezond en heel fit,
Brengt snelheid in hersenen en beenen.
En zorgt, dat Heer Aerts niet noodeloos
wacht
Of dat hij z'n werk gaat staken;
Het succes van de training ligt in jullie hand,
Dus traint, dat je de botjes hoort kraken.
Pieternel:
Wanneer dat gebeurt, Thomasvaer, en ik
geloof,
Dat ik me hierin niet kan vergissen,
Dan zal de Elftalcommissie in 't vervolg
Haar optimisme niet missen.
Thomasvaer:
Ja, voor die Heeren wensch ik dit jaar
Een vroolijk gezicht van de leden;
Ik dank hen dan ook uit naam van A.F.C.
Voor alles wat ze ook nu weer deden.
Want 't ondankbaarste werkje vind je bij
hen
Om een elftal samen te stellen;
- 5
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!