seizoen toen de aloude A.F.C. voor de 2de
klasse behouden bleef.
Doch ook wij deelden in de sympathie der
A.F.C., toen zij voor eenige maanden terug
haar eerelid Piet Vermeulen door den dood
verloor en ook wij verliezen in hem een
goed lid en trouw bezoeker onzer wedstrijden
een goede clubgenoot, een goed mensch, dien
men gaarne ontmoette en wiens gezelschap
verrijkte.
Zoowel met den N.C.B., A.C.B. en A.C.
B. Kantoor Bond, was het samenwerken van
prettigen aard en waar ook waren de heeren
ten Camp en de Haan en Bouwes altijd be
reid te plooien en te helpen.
Breng ik dank aan de dames Sabelson en
Poen voor hun ijverig en accuraat scoren,
dan viel 't mij op dat zoo weinigen bereid wa
ren om óók eens dat baantje naar behooren
te vervullen en op een uitzondering na, wa
ren wij op onze getrouwen aangewezen. Juist
daarom is mijn dank zoo groot en zonder ik
wederom enkelen uit, dan was het met het
umpiren van het zelfde laken een pak. Altijd
waren het de ouderen, die aan het wicket
moesten gaan staan, vaak als zij zoo het veld
uitkwamen en de jongeren waren niet te be
wegen om uit hun luie stoelen te komen om
ook eens iets meer van het spel trachten te
leeren.
Harry Prent zorgde dat de eerste klasse
uitslagen der thuiswedstrijden per radio be
kend gemaakt werden en voor zijn moeite
zeg ik hem vanaf deze plaats mijn dank.
Ik meen niets en niemand vergeten te heb
ben, is dit echter wel het geval, mor dan niet
en gedenk dat een lidmaatschap naast de
lusten, ook zijn lasten meebrengt; en juist dit
wordt maar al te vaak en te snel vergeten.
Ik kom nu tot mijn twee laatste punten, de
oefeningen en de captaincy.
Laat ik dan eerst de captaincy bespreken.
Zijn meening juist weer te geven is vaak heel
moeilijk, om over de captaincy te schrijven
is al heel lastig en wel daarom, omdat de
man van den kant alles beter weet, ziet en
kent. Oliver was dan in mijn meening
geen slecht captain. Vergeet niet, dat was
zijn eerste seizoen en ieder begin is moeilijk.
Zoo had hij in het begin van het seizoen zijn
time niet genoeg in handen, baarde hem den
aanval en de order of going-in veel zorg, de
beschikking over Beuth had hij niet, waar
door hij bowlers in den aanval moest sturen,
waarvan hij de capaciteiten niet voldende
kende, en had hij rekening te houden met
Anno Domini der diverse spelers als San
ders, van Milligen en anderen, die in het
verre veld niet te gebruiken waren en moest
hij Arno wel bij het wicket plaatsen door het
ongeval aan zijn voet. Genoeg handicap dus
om een captain te doen falen. Hij vond geen
geoliede machine die men maar op gang had
te brengen om behoorlijk te laten loopen,
neen, hij moest van meet af aan beginnen
en den opbouw heeft hij m.i. naar behooren
voltooid. De bijzondere capaciteiten zijner
tegenstanders drongen soms iets te laat tot
hem door, daarna zijn veld uitzetten ging
soms iets te langzaam, waardoor te veel aan
runs verloren gingen, doch zooals reeds ge
zegd, één zwaluw maakt nog geen zomer en
één seizoen maakt nog geen goed captain.
Doch ongetwijfeld zullen de successen in het
komende seizoen onder zijn beproefde leiding
talrijker worden. Gezien het bescheiden ma
teriaal, waarover hij de beschikking had,
sloeg hij zich met glans door de moeilijkhe
den heen en wij zijn hem dankbaar, dat hij de
captaincy heeft willen aanvaarden.
Straks zal het punt „trainer" daarom ter
sprake komen, omdat het bestuur na rijp
beraad gemeend heeft, voor dit jaar geen
trainer te moeten engageeren. Dat ik zulks
noode betreur, behoef ik feitelijk niet neer te
schrijven, daar ik een uitgesproken voor
stander ben van coaches in welke tak van
sport dan ook. Voor mij is een leermeester
een der pijlers waarop een vereeniging moet
rusten. Het zou mij te ver voeren of de Moe
derclub te zijner tijd niet beter gebaat zou
wezen door een vasten trainer te engageeren,
die dan tevens in de zomermaanden A.C.C.
kan trainen, waardoor de algeheele lasten
dan voor een deel op onze vereeniging zou
overgaan. Het is natuurlijk weer de kwestie
der dubbeltjes en waar A.C.C. momenteel
niet al te kapitaalkrachtig is, hoop ik maar
niet dat A.F.C. in Juni a.s. op haar jaarver
gadering dit punt op haar agenda zal plaat
sen, want zoo plotseling behoeft het nu ook
niet te geschieden, maar als wij in komende
jaren, naar wij allen van harte hopen, weder
om op een der A.F.C. velden kunnen spelen,
dan zal heel misschien een mijner idealen
nog eens verwezenlijkt kunnen worden. Kip
ling heeft eens gezegd dat „om een goed sol
daat te zijn, moet men heel jong getraind
worden", en om een goed cricketer te wor
den gelden dezelfde woorden.
De tijden liggen heel ver achter ons dat
men gezamenlijk des morgens heel vroeg ter
oefening toog en waarom de jeugd van he-
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!
- 15 -