UIT DE A.R.O.L.-KEUKEN.
„Het A.R.O.L.-tournooi wint ieder jaar
aan belangrijkheid en was ook ditmaal een
volledig succes."
Als dit in het Maandagochtendblad staat,
dan slaan we met tevreden gegrinnik de
krant dicht, wandelen naar de American
Lunchroom en babbelen, onder een kopje
koffie, over den succesdag voor A.F.C.
Zeven maal is nu de A.R.O.L.-beker ver
speeld, zeven maal twee Zondagen zijn alle
A.F.C.-ers in touw geweest om het tournooi
te laten slagen. Maar voor ons, wien door
de club ieder jaar opgedragen wordt, de
zaak te organiseeren, gaan de meeste her
inneringen uit naar de weken vóór het
tournooi, van het moment af, waarop de
eerste uitnoodigingsbrief in zee gaat.
Kunt ge, waarde lezer, u eenige voor
stelling maken van de moeite, die het in de
eerste jaren kostte, om voldoende deel
nemers te krijgen? De oranjeboeken, die
Holland en België af en toe samenstellen
over de dichtslibbende sloot, genaamd de
Wielingen, zijn bescheiden pamfletjes ver
geleken bij de dossiers, die Galli in de eerste
jaren mee .naar de bestuursvergadering nam.
En dan begon Galli een verhaal te doen,
zóó eentonig, dat de geschiedenis van
Saïdja en Adinda er een opwindende
detective-roman bij is. Club A kon niet,
club B wou niet, club C moest in Nergens-
huizen spelen, club D had geen elftal be
schikbaar, club E moest cricketten, club F
De rest zal ik u sparen, maar nooit
heb ik meer respect gehad voor I dan als
hij, na de zeven en vijftigste weigering
voorgelezen te hebben, onverstoorbaar zei:
„En wat denken jullie; zou ik die en die ook
eens vragen?" En weer stroomden de uit-
noodigingen de deur uit. We hebben reizen
gemaakt, we gingen naar recepties, we
doken geheimzinnige relaties uit een grijs
verleden op, en zoo mal kon het niet loopen,
of we hadden per saldo een volledig pro
gramma bij elkaar.
De laatste jaren is dat makkelijker ge
gaan; wie eenmaal meespeelden, kwamen
terug, andere clubs hoorden, dat het bij ons
zoo gezellig en zoo sportief was, accep
teerden de uitnoodiging gaarne en kwamen
ook eens en zoo won ons tournooi, qualita-
tief en quantitatief aan belangrijkheid. Dit
jaar was een record: toen H.B.S. als tiende
club inschreef, waren we „vol" en moesten
diverse clubs, die gevraagd, let wel, ge
vraagd hadden, mee te doen, weigeren. Dick
Bessem kwam hierdoor in zulk een staat
van vervoering, dat hij me opbelde en
jubelde „dat we voortaan bést 1000.in-
leggeld konden vragen!"
Als dan die inschrijvingen binnen zijn, is
er een tweede bestuursvergadering om over
de organisatie te praten. Dan komt, der
traditie getrouw, Ernst van Ooy met een
geheimzinnig papier, waarvan de beduimeld-
heid in den loop der jaren recht evenredig
geworden is met de belangrijkheid ervan.
Aan de hand van dit papier worden de
werkzaamheden verdeeld: Dick vraagt
politie aan en zorgt voor de prijzen. I zorgt,
dat aan alle treinen afgevaardigden zijn om
de clubs te verwelkomen, ik moet voor con
troleurs en reclame zorgen. Mocht ik een
keer beleven, dat heel A.F.C. onze reclame
goed vindt, dan bedrink ik me en zoo ver
gaderen we heel lief, tot Ernst zegt: „o ja,
nou nog de opvulling van de pauze tijdens
de finale". Hierop volgt dan een ijzig stil
zwijgen, dat echter een stilte voor den storm
is. Ieder bestuurslid heeft zich in den loop
der jaren een idéé fixe gevormd over die
beroemde pauze-opvulling en verdedigt dat
iedere keer met vuur. Langzamerhand heb
ben we allemaal een keer ons zin gehad, be
halve Fons de Vilder, wiens lievelingsidee:
„hardrijderij voor slagersjongens op var
kens", nog wel eenige jaren een utopie zal
blijken te zijn.
Als we zoover zijn, dan begint het prac-
tische werk: telefoneeren, opdrachten geven,
verzoeken doen om dit of dat, tot lang
zamerhand de groote dag nadert.
Nog een laatste bespreking Zaterdag
avond vóór het tournooi en dan gaan we
's morgens naar het veld met het opgewekte
gevoel: 't zal me benieuwen, wat ik ver
geten heb".
Over die dagen zelf kan ik weinig zeggen;
van de wedstrijden zien we gemiddeld niet
meer dan een minuut of vijf. Voor de rest
trachten we de zaak gaande te houden en
hebben af en toe de prettigste hartverzwik-
kingen. Dan weer is er een club met een
andere trein gekomen, dan we dachten, zoo
dat ze geen taxi's aan het station gezien
hebben of te laat waren; een ander maal
bikt de A.F.C.-jeugd de broodjes op, die we
zorgvuldig voor een elftal uit de provincie
bewaard hadden.
Op een keer kwam de controleur van de
overdekte tribune Galli waarschuwen: „Me
neer, ik heb hier de controlestrookjes van
de entreebiljetten, maar sommige zijn bruin
en andere bijna geel: hoe kan dat?"
- 53 -
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!