f
an
A.R.O.L.-BEKER.
Aan de leden wordt bekend gemaakt, dat
lo. bij de A.R.O.L-wedstrijden alleen toegang verleend wordt op
diploma 1929—1930 of voorloopig diploma;
2o. voor ieder plaats 25 cents belasting betaald moet worden.
3o. auto's niet binnen de hekken toegelaten zullen worden, doch
langs den Wandelweg moeten parkeeren.
aanleiding gegeven hebben, onzen wedstrij
den haar volle aandacht te schenken. Wan
neer een club iets bijzonders presteert, dan
is het de pers en speciaal wel de sport
pers, welke de belangstelling van het publiek
opwekt en juist uit dit samengaan van goede
verrichtingen en publiciteit ontstaat de popu
lariteit van een club. Het een zonder het
andere zou nooit tot dat resultaat voeren,
hetwelk uit dit samengaan geboren wordt.
Van dit standpunt uit bezien, kan men het
slechts apprecieeren, wanneer men ook eens
een woord van critiek hoort. Toen ons eerste
elftal de smadelijke 131 nederlaag tegen
Alcmaria geleden had, wijdde de hoofdstede
lijke verslaggever van de Sportkroniek daar
aan eenige opmerkingen, welke, alhoewel
enkelen onzer leden onaangenaam in de ooren
klinkend, voor velen toch aanleiding waren
om de dingen te zien zooals zij waren en het
is een feit geweest, dat wijzigingen aange
bracht werden, en ondanks de sterkte der
resteerende tegenpartijen geen nederlaag
meer geleden werd. Wanneer men prijs stelt
op loftuitingen, moet men ook gepaste critiek
apprecieeren. Een buitenstaander ziet maar
al te dikwijls zuiverder dan de insider.
Zoo langzamerhand ben ik dan weer geko
men op het belangrijkste onderdeel onzer
vereeniging, ons eerste elftal. De eindelooze
lijst van overschrijvingen, vermeldde geen
beroemde namen van spelers, die nu eens de
voorkeur aan het oude Amsterdamsche rood
zwart gaven. Wij zullen het dus met eigen
kracht moeten probeeren. Thans zal moeten
blijken of de zomeravondenoefeningen effect
gesorteerd hebben en of onze spelers ervan
doordrongen zijn, dat in het jaar van het 7de
lustrum iets bijzonders van hen verwacht
wordt. De eerste gelegenheid biedt zich thans
bij onze A.R.O.L.-wedstrijden. Slechts één
maal hebben wij het tot de finale gebracht;
wanneer dit ons nu weer gelukt zijn wij tevre
den, en kunnen we het nieuwe seizoen met
frisschen moed beginnen. Het moet en het
kan, indien gij, spelers van het eerste elftal,
slechts ervan doordrongen zijt, dat niet de
enkeling, maar gij tezamen als kameraden
voor het succes moet strijden. Weest toe
gefelijk voor eikaars fouten, zorgt voor een
goeden onderlingen geest; de capaciteiten zijn
ongetwijfeld aanwezig.
Na deze laatste opwekking wil ik mijn ar
tikel besluiten met den wensch, dat ieder
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!