van maakte, daarna gevolgd door een met
moeite gemaakt 3e doelpunt onzerzijds.
Al even slecht verging het ons een week
later tegen het werkelijk zeer zwakke Spar
taan-team. Speelde Z.F.C. nog een technisch
beter spel dan wij, met Spartaan was dit toch
zeker niet het geval. De moeilijkheden echter
die zich voordoen bij de opstelling der diverse
elftallen hadden zeer speciaal op het 2e elf
tal terugslag gehad, waardoor wij niet voor
100 partij konden bieden. Dat ook hier een
verdiende nederlaag werd geleden is zeker.
Voor rust had Spartaan reeds 3 doelpunten
gemaakt, waartegenover wij slechts 2 door
Maas welbenutte penalties witen te stellen.
Na de thee in het morgenuur wist Lange-
voort handig een vrije schop te benutten en
deed de hoop weer herleven. Maas werd van
achteren naar voren gehaald, maar ook dit
mocht niet baten. Het ontbreken van eenige
onzer vaste mannetjes-putters was te zwaar
en gelijk een roerloos schip werkte de voor
hoede. Toen de heer Henneberke ons be
strafte met een penalty was het pleit beslist
en het werd 53 en zelfs nog 63. Een
dergelijke wedstrijd is speciaal van belang,
doordat het kan beslissen over onze positie,
die op dat oogenblik voor den wedstrijd met
11 punten betrekkelijk gunstig was, gezien
dat de Spartaan onderaan bengelde met 4
punten. Maken wij daarvan 13, dan zijn we
binnen, doch loopt de tegenpartij, zooals in
het onderhavige geval, 2 punten in, dan
openen zich nieuwe perspectieven.
Dit nu was zich de kern van ons elftal be
wust toen naar Haarlem werd getrokken om
E.D.O. II in eigen home te bekampen. Hoe
wel mannen als Haas, Hütter en v. d. Velden
in hooger regionen waren terechtgekomen,
hadden we toch een vrij aardig team.
Een zeer verdeelde strijd nam een aan
vang. Van een uitgesproken meerderheid
van één der partijen was geen sprake. Beur
telings kregen de doelverdedigers hun werk
te verrichten, waarbij Jan Veen bleek thans
beter op zijn qui-vive te zijn dan tegen de
Spartaan. Nieuwenhuizen kreeg een dotje
van een kans slechts voor het intrappen,
maar scheen te schrikken van die open goal.
Ca. een kwartier voor de rust geeft Frits
Hermans een stevige voorzet, Willy Brusse
bevindt zich voor doel in afwachting tus-
schen 2 backs in, de E.D.O. keeper maakt
zich gereed om in te grijpen. Daar springt
de slanke body van Wil plotseling naar vo
ren en voor de 3 verdedigers van E.D.O.
erop bedacht zijn heeft het hoofd van Wil
letterlijk het noodige gedaan en ligt de bal in
het net. Voorwaar een schitterende goal,
waarvoor ook de tegenpartij applaudiseerde.
Tot de rust konden wij onzen voorsprong
ongewijzigd handhaven.
Thans was het moment aangebroken om
ons voor dit jaar weer „binnen'' te maken en
ieder voelde, dat het dien dag absoluut kon.
Maar onze Haarlemsche vrienden waren de
zelfde gedachte toegedaan. De laatste 3 wed
strijden hadden voor en tegen meer dan 30
doelpunten opgeleverd en het lag dus in de
lijn der verwachtingen, dat ook thans nog
wel een „golf' zou volgen. Hoe beide par
tijen zich ook inspanden, doelpunten bleven
uit, waardoor aan spanning geen gebrek.
E.D.O. kleeft een groote fout aan, die zich
op ons veld ook reeds geuit had, n.l. dat tot
in den treure klein spel wordt gespeeld,
waardoor het werk onzer verdedigers na
tuurlijk vergemakkelijkt werd. De anders al
tijd zoo kalme Focke liep thans als grens
rechter met het klokje in de hand en telde
angstvallig de minuten en seconden. De laat
ste minuut nog bezorgde Jan Veen een schot,
dat hij via de paal corner werkte en juist toen
deze genomen was klonk het eindsein.
Eindelijk dan toch bij onzen 15en com
petitie-wedstrijd het nulletje gehouden en al
is 10 dan niet veel, in de gegeven omstan
digheden doet het alle leed van vorige weken
weer geheel vergeten.
Zooals de gewoonte schijnt met onze an
dere Haarlemsche competitiegenooten H.F.C.
II en R.C.H. II kan ik en mijn medespelers
niet a nders getuigen, dan dat ook tegen
E.D.O. II een uiterst faire en prettige wed
strijd gespeeld is.
Het past hier nog te memoreeren de bui-
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!
5