nig hersteld als het eerste. Een 54-over-
winning op Hilversum II uit en een 62-
overwinning op E.D.O. II thuis zijn cijfers,
die spreken. Elders in dit nummer vindt men
uitvoerige besprekingen over genoemde
kampen.
De lezer zal bemerken, dat deze Schakel
voor een zeer groot deel gevuld wordt met
beschouwingen over en verslagen van de
lagere elftallen. Het doet mij buitengewoon
genoegen, dat de jongeren ook op dit terrein
van zulk een prijzenswaardige activiteit blijk
geven.
De toekomst aan de jeugd!
OP HET GOEDE PAD.
In ons vorig nummer las ik een stukje ge
titeld „Medewerkers gevraagd". Geachte
Redacteur, ik ken je goede bedoelingen hier
van en als ik dan hiermede rekening houd,
dan begrijp je zeker wel, dat je P. S. van
een vorig maal slechts op een misverstand
kan berusten. Het was me integendeel juist
een waar genoegen, dat „Reserve mijn
„taak" eens overnam. We zijn het er toch
allemaal over eens, dat juist in een club als
A.F.C. steeds jonge krachten naar voren
moeten komen om de oude traditie voort te
zetten. Welnu, ik kan niet anders zeggen
dan dat „Reserve" zijn journalistieke loop
baan keurig heeft ingezet en tot de vaste
helpers van onze Redactie gaat behooren.
Het was slechts mijn bedoeling in mijn vorig
stukske tot uiting te brengen, dat de diverse
ongelukjes in den wedstrijd tegen R.C.H. II
slechts aan het toeval te wijten waren. Ik had
niet gaarne gezien tegenover R.C.H. dat dit
verzuimd was te melden. Thans ter zake.
Mijn verwachting, dat er puntjes zouden
binnenkomen, is bewaarheid en laat ik er aan
toevoegen op zoodanig bevredigende wijze,
dat we ons dit seizoen bij dezelfde manier
van aanplakken niet bevreesd behoeven te
maken, dat de onderste plaats de onze zal
moeten worden. Weliswaar werd tegen
Blauw-Wit II met 20 verloren, doch reeds
in dezen wedstrijd bleek dat er langzamer
hand uit een ander vaatje getapt wordt.
H. Meijer, doch vooral Overing waren veel
te zwak in de voorhoede om tot resultaten te
komen, en toen onze achterhoede kort voor
het einde 2 maal zondigde, was het pleit in
ons nadeel beslecht. BI.-Wit II is echter
geen schaduw meer van het BI.-Wit van
verleden jaar en ook de Zebra s dienen
ernstig op te passen in hun verdere wed
strijden. Op verzoek van onze tegenpartij
werd deze match om 11 uur gespeeld, het
geen door Bl.-Wit met de vriendelijke
attentie beantwoord werd onzen spelers vrij
plaatsen te verschaffen voor BI. Wit-E.D.O.
Onze beste dank ook van deze plaats hier
voor.
4 gespeeld, 4 verloren, dat is bar. Op de
reis naar Hilversum was ieder het hierover
eens. En eenparig besloten we stevig aan te
pakken. Onze 5 vrouwelijke supporters (we
leken wel met een korfbal-twaalftal op reis)
en onze eenige mannelijke supporter, de
trouwe v. d. Leemput, waren onze moreele
steun. Ik mag vooral niet vergeten te ver
melden, dat de verloofde van Han Ruys,
Mej. Verheyen, de aardige attentie had Jan
Veen een Mascotte aan te bieden. Dra na
het begin was het door toedoen van den
linksbuiten 10 in ons voordeel. Het spel
ging vlot op en neer met wisselende kansen.
De spanning, die reeds voor de rust heerschte
te beschrijven, is niet doenlijk. De doelpun
ten spreken boekdeelen, n.l. 11, 2 1
achter, 22, 32 achter, daarna rusten.
Wederom de koppen bij elkaar. We waren
overtuigd als we twee doelpunten konden
maken, we er ook meer kunnen fabriceeren.
Nog geen 5 min. na de hervatting maakte
M. M. zijn 2e goal en stond het weer gelijk.
Na keurig solo-werk besloot Maas met een
prima schot en het was 43 in ons voordeel.
Tanden op elkaar. Nu of nooit. We hadden
nog geen enkelen competitiewedstrijd na de
rust voorgestaan. Nog was Marius zijn doel-
puntenhonger niet gestild en de hattrick
moest nog gevolgd worden door een 4e goal
na samenspel met Wdlly Brusse. Daarna
kwam weer de langzamerhand berucht ge
worden inzinking. Hilversum II, dat precies
zooals vorig jaar tot dien tijd stevig, doch
niet unfair speelde, begon ook thans weer
het spel te forceeren. Onze mannetjes-putters
waren echter voor geen klein geruchtje ver
vaard. v. d. Velden en Haas deden krachtig
en stoer werk, de halflinie zwoegde wat ze
kon. Er begonnen echter factoren in het spel
te komen waar men niet tegen op kan. Het
vele publiek, dat toch al niet kalm was, kwam
over de lijn, brulde, gierde, haalde onze Mas
cotte weg, en trachtte den scheidsrechter te
intimideeren. Jan Veen vond het echter
prachtig, veroverde zijn Mascotte weer, ran
selde de ballen er uit, liet de spelers tegen
zich oploopen, stuiterde eiken bal zij het dan
zeer riskant met een zekerheid dat het een
lust voor de oogen was en stond gelijk een
rots in de zware branding. Het werd nog
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!
4