DE NEDERLAAG
VAN JONGSTLEDEN ZONDAG.
Ook A.F.C.H.R.C. wederom een neder
laag. En after all weer verdiend.
Toch speelt men een gevaarlijk spelletje,
wanneer men zich de inderdaad ongepermit
teerde weelde gaat veroorloven een wed
strijd te verliezen, die, zooals j.l. Zondag,
niet had behoeven verloren te worden.
Het resultaat na twéé thuis- en één uit
wedstrijd is van dien aard, dat men ernstig
de fouten, die in het elftal zitten, aan het
licht dient te brengen en dengenen, die ze
kunnen herstellen, dat duidelijk moet maken,
anders vreezen we, dat het adviseeren wel
eens te laat zou kunnen komen.
Wanneer ons elftal inderdaad te zwak
was, wanneer het den spelers ontbrak aan
de noodige capaciteiten, dan zou men de
nare geschiedenis van degradatie, met den
nasleep daarvan, onder de oogen moeten
zien. Maar daar lijkt het nog niet op.
In den wedstrijd van j.l. Zondag was b.v.
het spelgehalte aan onze zijde doorgaans
beter dan dat onzer tegenpartij. Wanneer
ook slechts een klein deel der door onze
spelers goed opgezette aanvallen met succes
bekroond was, dan nog zou het aantal goals
dat van H.R.C. evenaren.
Echter, H.R.C. speelde meer effecvol en
vooral voor de goal meer doortastend.
Als onze voorhoede een aanval had onder
nomen. werd deze doorgaans met een schot
afgewerkt. In de meeste gevallen was dan
dat schot wel het slechtste deel van de aan-
valspoging. En inloopen op den keeper, daar
waren de onzen geheel en al kwaad mee.
Wanneer men het den doelverdediger
door snel en cordaat inloopen lastig gemaakt
had, zou hij allicht zijn zenuwtjes niet zoo in
bedwang gehouden hebben.
Maar, zal men zeggen, dan hebben de
binnenspelers zeker al hun aandacht besteed
aan onze achterhoede en door daar te helpen,
althans door mee terug te komen, de achter
hoede iets ontlast.
Hadden de binnenspelers inderdaad maar
een beetje gesteund! Hadden zij alleen maar
de half-spelers onzer tegenpartij vastgehou
den, dan zou onze achterhoede niet telkens
en telkens weer eene voorhoede in formatie
van 5 op zich zien afstormen.
Men moet toch inzien, dat het ten slotte
voor twee backs eene vrijwel hopelooze taak
is steeds maar weer opnieuw 5 voorwaartsen
in bedwang te houden.
En juist onze binnenspelers zijn prima
voetballers. Ze verstaan, bij wijze van spre
ken, het vak. Ze doen heel veel dingen goed.
Maar ze doen nog te weinig.
En juist een fout als de hierboven ge
schetste is zoo heel gemakkelijk te herstellen,
als de betreffende spelers het maar willen en
als ze de fut en den lust hebben dat te doen,
waarin andere spelers in het elftal hun voor
gaan, n.l. hard en hard werken.
En juist hier neem ik gaarne mijn petje af
voor de wijze waarop Pietje Bos, onze aan
voerder, een voorbeeld geweest is j.l.
Zondag.
Niet alleen heeft hij als spil een alleszins
voldoende partij gespeeld, van hem mag ge
zegd worden, dat hij gespeeld heeft voor wat
hij waard is.
Het heeft ons niet weinig gefrappeerd, dat
het voorbeeld van den trouwen captain niet
aanstekelijker gewerkt heeft op enkele zijner
medespelers.
Echter verwaarloost Piet als spil wel eens
de opstelling van den centerforward.
Charles stelde zich herhaaldelijk, vooral na
de rust, ver naar voren op, ongeveer tusschen
de backs. Hij deed dat natuurlijk niet voor
niets. Had men toen vanaf de half-plaats den
bal even voorbij de beide backs gespeeld,
dan zou deze de kans hebben gekregen, die
hij graag verwachtte. Ook dan zou misschien
het schot gefaald hebben, maar dan had de
speelwijze toch meer beantwoord aan het
genre, zooals dit voor den centerforward van
ons het meest geëigend is. Het schot van
Charles was abominabel. Zoo succesvol als
hij vroeger schoot, zoo slecht was het nu. In
dat opzicht konden onze drie binnenspelers
elkaar de hand reiken.
Kansen, die elk voorhoedespeler hen zou
benijden, werden hopeloos om hals gebracht.
Hier scheen ook wel dat alom gehate pech
vogeltje een woordje mee te spreken. Want
het is toch niet aan te nemen, dat plotseling
én Lungen, én Wolters, èn Grimberg ge
drieën hun schot hebben verloren.
Eén ding heeft echter wel de algemeene
aandacht getrokken en dat is dit. dat deze
drie knapen, die nu al zoo vaak naast elkaar
gespeeld hebben, nog steeds zoo weinig
waardeering voor elkaar hebben.
Van de vleugelspelers voldeed de links
buiten wel het beste. Het ontbreekt deze
nieuwe ster aan het firmament nog aan
routine, maar hij weet de ballen goed voor
te zetten, en heeft ook de noodige kalmte om
de zaak goed op te nemen. Die zal zijn weg
wel vinden.
Anders is het met onzen rechtsbuiten. Hij
begint het voorzetten zoowat geheel te ver-
waarloozen. En wat is een vleugelspeler, die
niet voorzet?
Dat is een koe, die geen melk geeft!
7 -
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!