aan de organisatoren van het Tournooi, en
laat de aanwezigen hierop een driewerf
hoera uitbrengen.
Ook de voorzitter van R.C.H. bedankte
met eenige welgekozen woorden, waarna
Galavaziallen een tot weerziens in 1929
toeriep.
Het sportieve succes van ons tournooi is
voldoende belicht. Dat ik heel erg blij ben,
dat nevenstaande photo genomen kon wor
den, wie zal dat schrijver dezes kwalijk
nemen?
ALGEMEENE VERGADERING
d.d. 8 September 1928.
Onder tamelijk groote belangstelling had
de eerste ..algemeene" in het seizoen 1928
1929 plaats.
Veertig menschen waren in Parkzicht"
opgekomen, om daar de woorden van wijs
heid, welke het Bestuur zou doen hooren, te
drinken. Even over negen (een nieuw
record; gewoonlijk beginnen we een uur te
laat) opende Galli met enkele, doch welge
kozen woorden de vergadering. Nic. Selles
declameerde de notulen van de vorige alge
meene vergadering, waarmede hij welver
diend succes oogstte.
De mededeelingen van het Bestuur be
troffen hoofdzakelijk de competitie-indeeling
en de clubavonden.
Het zeer belangrijke punt: medische keu
ring voor jongeren, waarover in het vorig
nummer Galavazi uitvoerig schreef, werd
gelukkig met vlag en wimpel aangenomen.
Voortaan zullen dus jongelui onder 18 jaar,
welke zich bij ons aanmelden, in het bezit
moeten zijn van een medische verklaring, dat
het voetbalspel voor hen geen gevaar op
levert.
De reclame-commissie werd als volgt
samengesteld: N. M. v. d. Roer, directeur
der „Remaco", E. E. Levenbach en J. H.
Wijnand.
Het royeeren van het lid Vermeer lokte
uitvoerige bespreking uit. De vergadering
was het er mee eens, dat een lid, die anderen
aanspoort geen lid van onze vereeniging te
worden, in onze club geen plaats meer heeft.
Uit de vergadering werd voorgesteld. Ver
meer een kans te geven, alsnog te bedanken.
Vermeer bedankte de vergadering en
daarna voor zijn lidmaatschap, waarna Gala
vazi hem verzocht de vergadering te ver
laten.
Een onaangenamer geschiedenis is bij
A.F.C. zelden voorgekomen. Dat men critiek
kan hebben op het werk van dezen of gene:
uitstekend. Du choc des opinions jaillit la
vérité! Maar dat een lid, inplaats van zich
met zijn klacht tot het bestuur te wenden, op
treedt als ons ex-lid Vermeer, is zeer be
treurenswaardig. Wij gelooven dan ook. dat
dit de eerste, doch tevens de laatste maal is.
dat zoo iets in A.F.C. voorkomt.
De rondvraag verliep vlot. De een na
laatste, Willy Brusse, vroeg inlichtingen
naar aanleiding onzer entréeprijzen. De
penningmeester, die zich tot dan in een
intelligent stilzwijgen gehuld had, beant
woordde Brusse en zei daarbij een van de
onhandigste dingen, die hij in zijn kort, doch
loslippig besteed leven geuit heeft.
Hierna was het afgeloopen.
ONS EERSTE START SLECHT.
Het kan verkeeren! Begin 1928 runner up
in de tweede klas en gedoodverfd kam
pioen: thans, nu nog geen negen maanden
van het jaar om zijn, onderaan, met een
score van 218! 16, 16 en 06. In de
diepste donkerte van de jaren 1922 en 1923
zijn niet zulk een opeenvolging van „pakken
slaag" aan te wijzen als deze débacle.
Factoren, die tot deze nederlagen hebben
bijgedragen, zijn er natuurlijk genoeg. Twee
daarvan treffen bijzonder:
a. Het gemis van Koeslag, Knopper en
Nic. Tienstra.
b. Het gemis aan esprit de corps bij som
mige onzer spelers.
Aan a. kunnen wij dit doen en de E. C.
heeft reeds bewezen het te kunnen zoo
goed mogelijke remplacanten te kiezen.
Aan b. kunnen wij weinig doen. Te con-
stateeren, hoe bij de drie, tot nu toe ge
speelde wedstrijden, prachtkansen gemist
zijn door egoïsme en gebrek aan saam-
hoorigheid, stemt echter verdrietig.
Waarlijk, reden tot overdreven pessimisme
is er nog niet: door den grooten toevloed van
nieuwe leden hoeven wij niet bang te zijn,
geen spelersmateriaal te hebben. In de
hoogere elftallen loopen bosjes spelers rond,
die hersens en spieren genoeg hebben, om
ons van de fatale laatste plaats af te helpen.
Maar laat dan ook iedere speler, die
geroepen wordt, om voor ons eerste te
spelen het elftal, waarmede A.F.C. toch
in laatste instantie staat of valt zich een
deel voelen van het geheel. Wanneer het
geheele elftal zich een voelt en met de tanden
op elkaar het veld betreedt, dan kan onze
goede, oude club nog niet verloren zijn.
Are we downhearted? Never!
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!
- 6 -