stekende verdedigen van Van der Meulen, die ruimschoots gelegenheid kreeg zijn capa citeiten te demonstreeren, verhinderde, dat Zeeburgia in de finale kwam. R.C.H.Z.A.C. werd dè match van den dag. Zij, die gedacht hadden, dat het voor de oude Zwolsche een „easy run'' zou zijn, kwamen bedrogen uit. De Haarlemmers speelden, of er een kampioenschap van af hir.g en lieten hun tegenstanders geen moment met rust. Toch had Z.A.C. het eerst succes,doch nog voor rust maakten de Haarlemmers gelijk. Met 11 werd ge draaid. Na de pauze werd hetzelfde spel gede monstreerd: de Haarlemmers met een gewel dig feu sacré, de Zwollenaren lakscher, maar technischer. In het verdere spelverloop namen de blauw-zwarten het spel meer en meer in handen en eindelijk werd hun ge zwoeg beloond. Binnen vijf minuten zag Waaijer tweemaal den bal langs hem schie ten. In de resteerende vijf minuten verkleinde Bakhuijs den achterstand op een wijze, zoo als slechts eens in het jaar te bewonderen valt. Toen was het tijd; R.C.H. had ver diend met 32 gewonnen. De volgende match, ZeeburgiaD.E.C., vermocht de gemoederen meer in beweging te brengen. D.E.C. dat nogal verliezen ge leden heeft, bracht een verjongde ploeg in het veld tegen haar stadgenooten, en ver loor op het nippertje met 21. Deze, op zeer hoog peil staande wedstrijd, bewees, dat beide ploegen in hun resp. afdeelingen voor de competitie-indeeling een duchtig woordje zullen meespreken. RoburH.F.C. (25) was voor ons van belang, omdat Mr. A. S. hierbij voor een groot, doch dankbaar gestemd publiek op trad. Fred, die er weer „tiré a quatre eping- les uitzag, had het niet moeilijk, doch maakte zeer zeker den indruk, ook in zware wed strijden makkelijk de baas te kunnen blijven. De wedstrijd zelf bracht een belangrijk over wicht der H.F.C.-ers, die een jeugdig elftal in het vuur brachten. Eén ding is bij H.F.C. zeker merkwaardig: met welk elftal de blauw-witten ook in het veld komen, steeds krijgt men den indruk, dat de spelers zich een onderdeel voelen van Hollands Fijnste Combinatie en hun best doen, deze traditie te handhaven. Z.A.C., waarin onze oude vriend Tinus Koeslag de linksbuitenplaats bezette, bleek een klas te sterk voor V.V.A., dat eenige nieuwe spelers telde. 8 maal zag de V.V.A-keeper den bal langs zich gaan, zonder dat zijn voorhoede kans zag, bij Waaijer wraak voor hem te nemen. De laatste wedstrijd Blauw-WitR.C.H. kan slechts matig bekoren. Eenerzijds door het onoordeelkundig spel van beide partijen, anderzijds door een fout van arbiter Elzinga, die R.C.H. een geheide buitenspel-goal toe wees. Helaas was dit juist het eenige doel punt van den wedstrijd, zoodat Blauw-Wit geëlimineerd was. Om vijf uur was de lange, maar buitenge woon genoegelijke voetbaldag ten einde. Terwijl de finalisten zaten uit te blazen, kwamen de push-ball-ploegen in het veld. Dit is een wel zeer merkwaardig spel. Hoe heette die meneer ook weer, waarvan we op de H.B.S. leerden, dat hij „als maar" een groote steen een berg op moest rollen, die er ook „als maar" weer af rolde? Zoo iets is push-ball ook. Aan de droefgeestige ge zichten der spelers te zien, zou men zeggen, dat ook zij moeilijkheden met den bal had den, die onoverkomelijk waren. A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders! 4

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1928 | | pagina 4