gend jaar. Ik hoop dan ook werkelijk, dat t.z.t. één der sympathieke „Schakeltjes" mij de heuglijke tijding mogen brengen! Met club-groeten, W. F. O. Boermeester. E11 thans zijn alleszins interessante be schrijving van een voetbalwedstrijd in het verre Buenos-Aires. Welk een gemoedelijk, gezellig veld onze A.F.C. bezit, daar aan den Zuidelijken Wan delweg met die rood-zwarte tribune en die kleurige vlaggen, drong eigenlijk pas recht tot mij door, toen ik eenige weken geleden, op een kale open tribune, badend in een tropisch zonnetje, temidden van een op gewonden menschen-menigte stond, ten einde een der laatste en belangrijkste wed strijden voor het voetbal-kampioenschap van Argentic te aanschouwen. Hoe ik daar terecht kwam? Well, that is told in a jiffy! De reputatie, die 11 voetballers uit Uru guay in 1924 op de Olympische Spelen te Parijs gevestigd hadden, lag mij nog versch in het geheugen, die zelfde 11 knapen wer den echter niet lang daarna in den strijd om het kampioenschap van Zuid-Amerika door het nationale team van Argentinië met 2 1 geslagen en ik was daarom zeer ver langend, bij mij aankomst alhier, eens nader met eenige van deze voetbal-virtuozen kcn- te maken. De gelegenheid liet niet lang op zich wachten. Het seizoen was wel is waar bijna jC&Ui6cAe&t>uuit~G8'Ï2 ten einde en de meeste clubs waren reeds uitgespeeld, maar de leiders, San Lorenzo de Almagro hadden nog een programma van 5 matches af te werken, die alle ge wonnen moesten worden, wilden zij zich van het kampioenschap verzekeren en één enkel gelijk spel zou reeds een beslissings wedstrijd met no. 2 noodig maken. Dien Zondag hadden zij Sportivo Palermo één der vereenigingen uit de bovenste helft der ranglijst, te bekampen; geen wonder dus, dat ik reeds tegen 4 uur (5 uur aan vang) voor de loketten der thuis-club een drukte van belang vond. De politie had een uiterst zware taak, daar de gemoederen hier nog allicht in beroering raken en dan tot allerlei onaangename tooneelen aanlei ding geven. lntusschen bleken tribune zitplaatsen niet verkrijgbaar te zijn, daar het aantal slechts beperkt en daarom voor de leden gereser veerd was. De lange files voor de andere loketten stemden eveneens weinig hoop vol, maar daar ook hier het „genus" op- kooper goed vertegenwoordigd bleek, smaakte ik het genoegen mij spoedig binnen het houten Stadion te bevinden. Alhier vertoonde zich een geheel ander beeld dan op onze Hollandsche velden. In de allereerste plaats was het kurkdroge en eenigszins kale veld omgeven door een ont zag inboezemend hek, dat met ijzjergaas van extra dikke kwaliteit bespannen was en minstens een hoogte van 4 a 5 M. had. Het veld maakte daarom den indruk van een kooi en kon mij dan ook niet bekoren, al ras had ik voor mij zelf de conclusie ge trokken, dat ik dan toch maar liever onze hooge A.F.C.-lampen zag, maar spoedig zou ik de „raison d'être" van de afrastering leeren inzien. Achter dit hek bevonden zich de tri bunes, waarop een ongeveer tienduizend- koppige menigte voor een klein gedeelte zat en voor de rest stond te wachten op de dingen, die komen zouden. Het aspect was echter wel zeer verschil lend van dat, wat men zoo omstreeks dezen A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders! XL3L JT- r

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1928 | | pagina 9