De A.F.C.-Nieuwjaarswensch.
2
Uitgesproken op de Bruiloft van Kloris en Roosje.
Pieternel.
Zeg Thomasvaer, wat zou jij de A.F.C menschen,
Voor 't nieuwe jaar wel alles wenschen?
Thonuisvaer.
Nou, nou, dat is een moeilijke vraag;
Maar „alle goeds'' wensch ik hun toch graag.
Pieternel.
Nou ja! dat doet men toch gewoonlijk,
Maar ik bedoel aan iedereen persoonlijk.
T homasvaer.
Ook dat is zoo gemakkelijk niet;
Ze hebben ruim 300 leden zooals je ziet,
En ieder heeft z'n eigen makken.
Maar ik wil er graag een paar uit pakken.
Pieternel.
Begin dan met 't bestuur. De praeses,
Die een man zonder blaam of vrees is;
Thomasvaer.
Hem wensch ik een gezond inzicht in de zaken
Die zoowel de A.F.C.als z'n privé-Ieven raken.
Een goede gezondheid, een gelukkig tehuis,
En vooral lekker eten op 't fornuis.
Pieternel.
Ik voel wat voor den Vice-president,
Dat vind ik toch werkelijk een kraan van een vent.
Hem wensch ik dat de kansen der A.F C. zoo mogen keeren,
Dat er het geheele seizoen niets meer valt te protesteeren.
Thomasvaer.
Wijnand wensch ik veel guldens in kas,
Dan is hij reusachtig in z'n sas.
Dat hij het verder goed zal maken,
In z'n nieuw begonnen zaken.
Hetzelfde als dien centengek,
Wensch ik z'n maat Jaap van Nek.
Pieternel.
En wat zou de man met, de bolle wangen,
Dit jaar wel willen verlangen?
Thomasvaer.
Wel, die beleeft met een heele serie nieuwe leden,
Des leven's grootste heerlijkheden.
Dat 1928 hem moog' sparen,
Daar kan de club slechts wel bij varen!!!
Pieternel.
De jongste bediende van het secretariaat,
Is toch die jonge man met, dat bleeke gelaat?
Thomasvaer
Ja, die gelaatskleur is mij ook opgevallen,
Maar laten wij daar niet over mallen.
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!
