Café „Moderne"
I Leidscheplein 19-21, Amsterdam
11
De kanthalfs ,dat is toch wel sterk,
Hadden met ingooien 't drukste werk.
Na ongeveer een half uur spelen,
Begon het den onzen te vervelen.
Uit een aanval van de heele boel,
Belandde de bal voor 't Zandvoortdoel.
Hij kwam bij Piet...., deze kon niet missen;
Eén seconde later de keeper mocht
visschenü
En over duin en strand en zee,
Klonk het gejuich der A. F. C.
Dit goaltje deed ons allen goed;
Deez' voorsprong gaf den burger moed.
Eén schot van Thomas tegen de lat,
Een schot van Wijb, dat bijna zat
Toen mochten we ons met thee versterken,
Voor de volgende drie kwartier „hard
werken".
De rust had ons geen goed gedaan,
Ons overwicht was naar de maan.
jZandvoort's midvoor speelde als een roover,
Doch, Qod zij dank, schoot hij alles over.
Ook de anderen schoten inderhaast,
Den bal soms kilometers naast.
Doch door der supporters schreeuwen
Herstelden de onzen zich als leeuwen;
En gelijk in 't begin golft 't spel op en neer
£ijn beide doelen in gevaar, keer op keer.
Doch de verdedigers kwijten hun taak naar
behooren,
De aanvallers kunnen daardoor niet meer
scoren
En als dan de referee voor de laatste, maal
fluit,
Heeft A.F.C. gewonnen van Zandvoort, uit!
Dit resultaat heeft ons groote vreugde
gebracht,
Want slechts weinigen hadden het gedacht,
's Avonds was 't dan ook groot feest,
En niemand had spijt in Zandvoort te zijn
geweest.
A.F.C. met je trouwe vriendenschaar
Zingt nu, want nu is het waar,
En aan het einde van de laan
Zie je met groote letters staan:
„A. F. C. staat bovenaan!!!"
Angostura Jr.
GEEN PESSIMISME.
Met de hand op hec hart durf ik ver
klaren, dat ik een der weinigen ben, die als
bij A.F.C. alles van een leien dakje gaat,
dat hart krampachtig en angstvallig vast
houden. Die bij ieder hernieuwd succes'zich
zelf voorhouden, dat evengoed als na regen
zonneschijn komt, ook het omgekeerde het
geval is, en dat het nog steeds a long lane
is, thas has no turning.
Of het komt, dat bij A.F.C. de magere
jaren overheerscht hebben en de vette jaren
zich slechts sporadisch vertoonen, dat al zoo
dikwijls we in het gezicht van de haven
gestrand zijn, ik weet het niet, maar steeds
heeft het me moeite gekost om in een
blijvend succes te gelooven. Nu was daar
als regel ook wel een 'gegronde reden voor.
Want maar al te dikwijls berustte ons suc
ces niet op gezonden bodem, en was eerder
het gevolg van nog gebrekkiger prestaties
bij onze tegenstanders, dan wel een [resultaat
van eigen capaciteiten.
Maar nu, gelukkig, is het anders. Een
andere, betere geest schijnt in onze ver-
eeniging te zijn gevaren. Ziet naar onze
trainingsavonden en gelooft nu niet, dat
het slechts de attractie van het nieuwtje is.
Neen, er is gezond en aanstekelijk enthou
siasme, de wil is er om er te komen, en
waar de wil is, daar is ook de| weg.
En waar er zulk een animo heerscht,
daar zou het, haast zou ik zeggen, misda
dig zijn nog een pessimistischen toon aan
fe staan. Neen, de optimisten slechts hebben
gteeds weder de wereld veroverd. Geen
hoera-stemming en gut, gut, wat zijn we
toch goed. Maar een gepast gevoel van
r^^f*zn\es
6 -72
C. J. de Boer
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!