A. F. C.-ers
li
aan den eersten over begint.
Nio. 2 Van de drie is Ina.
Komt wel eens opdagen, zoo eventjes
pa 11 uur, maar kort voor de lunchi is zij
dan toch present. Heeft speciale aanvangs-
uren en weet het zoo uit te mikken, dat
zij bij uitwedstrijden altijd op tijd is. Een
prachtgave.
Soms een „overtje" achter gauw af
kijken bij de tegenpartij die ook wel eens
niet „bij" is. Zeer gezien is Ina bij allen,
speciaal bij de tweede elftalspelers, die het
fijn vinden, dat ze niet behoeven te scoren.
Eens op een naargeestigen zeer triesti-
gen Zondagmiddag, bij heel slecht licht
zette Jan Prent Huijer aan Uit macht
der gewoonte hoorde je toen Ina's stem
„bowler's name?"
En Nel sluit de rij der „drie".
Keurig netjes met het gouden clubpotlood
blij als ze elf spelers gedicteerd krijgt van
aanvoerder Horn, is Nel geweldig bij de
pinken. Prefereert een grooten stand voor
dit of dat wicket boven het snel vallen
der wickets, maar ook hierin is zij thuis
en heeft op dat gebied verscheidene „sco
res" op haar naam staan.
Tikt met het grootste genoegen een me
de-scorer op zijn vingers en vaak hoor je:
„Je bent verkeerd vriend, je scoort in het
verkeerde vakje."
En als het derde wint is zij even ver
heugd als de spelers, waakt over het sco-
ring-book als de Nederlandsche Bank over
het geld en des avonds bij een ontmoeting
spreekt Nel S. dan ook over „wij hebben
gewonnen."
Aan het eind van het seizoen, weet ik
heel zeker, dat ik uit naam van alle cricke
ters spreek, om ,,de drie" hartelijk te be
danken voor hun scoren.
Spelers: waardeer het, want dan eerst
zal je goed beseffen wat scoren is, als
„de drie" eens, juist zooals wij, in niets
doen rondom de boundary zullen zitten
enjezelf zult moeten scoren.
L.
CRICKET-MIJMERINGEN VAN EEN
„OUTSIDER".
„Stumps drawn".
Als we straks rondom onze haardsteden
zullen zijn gezeten en wij nog eens de
veldslagen van den afgeloopen zomer de
revue laten passeeren, dan zal menigeen
met mij tot de slotsom komen, dat met
1927 een uiterst dankbaar, doch lang geen
voldaan cricketseizoen in de rij der annalen
is opgeteekend.
Het is niet aan mij, om een volledige
opsomming van het doen en laten der drie
elftallen over het afgeloopen seizoen weer
te geven. Immers toch het jaarverslag van
onzen zoo ijverigen secretaris voorziet met
tertijd hierin en bovendien zag ik het eerste
ten het derde te weinig spelen om een, oor
deel uit te brengen.
Deel uitmakende van de „zeer bescheiden
middenmoot" van A.C.C., n.l. het tweede
elftal, heetwelk als No. 3 in de derde
klasse noord eindigde, lijkt het mij niet
alleen gewenscht, doch zelfs noodzakelijk
en dit uitsluitend en alleen in het; be
lang der vereeniging om in plaats van de
verrichtingen der spelers te memoreeren,
eenige punten op te werpen, die in de
toekomst van belang kunnen zijn.
Toen Olympia in den eersten wedstrijd
werd geslagen, Kampong uit en thuis ver
loor, hoorde men hier en daar reeds over
kampioenskansen spreken.
De feiten, in vorm van verschillende zwa
re nederlagen, wezen anders uit.
Dat èn D.V.C. èn U.V.V. stukken ster
ker waren, wees de ranglijst uit. Soms kun
nen cijfers misleidend zijn, dit keer is de
eindstand juist.
Waar dus bovengenoemde vereenigingen
met een verschil van 13 en 12 punten boven
A.C.C. II eindigden, vervalt vanzelf het
bespreken van een kampioenschap.
Punt twee is het navolgende:
A.C.C. II kan in komende jaren geen
kampioenschap halen, indien niet terdege
de hand aan de ploeg wordt geslagen.
De fout zit bij de spelers en de zaak
is zoo doodeenvoudig, dat feitelijk bespre
king overbodig moest zijn.
Voor hen, die meenen, dat alleen met
redeneeren kampioenschappen behaald wor
den, is het niet overbodig, iets dieper op
die eens iets anders willen lezen dan
de voetbal-verslagen, bestellen
HALLIBURTON,
Een Wereldreis vol Avontuur
Prijs geb. f 5.25 bij
P. H. VERMEULEN
DE ACADEMISCHE BOEKWINKEL
(In het Huis met de Luifel)
GRIMBURGWAL 13 - TEL. 48312