D. ELLENS vertrok al spoedig naar Insulinde, en werd zoowel als captain als centerhalf vervangen door Willem Kaales, die zich nog tal van jaren op die plaats verdienstelijk heeft ge maakt. Als winghalfs hadden we Gudde en Jan de Groot, terwijl voor Grijseels, Leib- brand, De Miranda, Eetje Izaaks en Kik Klomp de vaste mannen waren. Ook Ben Jobst en Vooys speelden af en toe mee, wan neer het eerste ze niet kon gebruiken en zoo als vanzelf spreekt, hadden we geregeld de noodige invallers, vooral in de voorhoede. De achterhoede deed voor die van het eerste weinig onder, de middenspelers waren „sjouwers" en „knauwers" (vooral Kaales was hierin een primus inter pares) en de voorhoede speelde een opportunistisch spel, zooals dat nu eindelijk in de mode is ge komen, maar dat destijds „Etwas noch nicht Dagewesenes" was. Hier maakte Piet Grij seels (zooals gebruikelijk werd hij in A.F.C.- kringen Piet genoemd hoewel hij Jan heette) alle tegenstanders wanhopig met zijn snelle rennen, was „Leippie met het linkerbeen" (hij kon rechts om het zoo uit te drukken, geen poot verzetten) een stugge werker, was De Miranda de fijne, snelle rechtsbuiten met wiskundig zuivere voorzetten. Kik Klomp als vanouds de geweldenaar en Eetje een han dige binnenspeler. Alles tezamen een aardig elftal, doch geen team, waarvan men een dergelijke prestatie, als het veroveren van het kampioenschap der Reserve Eerste Klasse, verwachtte. Tot goed begrip der zaak diene, dat m.i. de toenmalige Reserve Eerste Klasse aan zienlijk sterker was dan nu. De Reserve Eerste Klasse bestond toen eerst kort en hiertoe behoorden alle 2e elftallen van de toenmalige le klassefs, plus A.F.C. II als eenig reserve-elftal van een 2e klasser. Deze 2e XI der le klassers waren destijds zeer sterk; de meesten waren pas uit de gewone 2e klasse (waarin ze tot dusverre altijd ge speeld hadden en dikwijls tot de allersterk- sten behoorden, ja vaak zelfs het afdeelings- kampioenschap wisten te veroveren) in "de nieuwe Reserve Eerste Klasse overgebracht. Elftallen als H.B.S. II, H.V.V. II, Sparta II, D.F.C. II en Quick II waren minstens even sterk, zoo niet sterker, dan de normale 2e klasser van dien tijd, en ook V.O.C. II en Haarlem II waren niet voor de poes. De zwakkeren waren Velocitas II en Hercules II en hiertoe werden natuurlijk ook wij gere kend. Eigenlijk werden wij zoo'n beetje be schouwd als schurftige schapen, die in deze elite-afdeeling niet thuis hoorden, en vooral tegen het einde van hgt seizoen toen we kans kregen op de eerste plaats konden we dit maar al te goed merken. Jonge jonge, wat hebben al onze tegenstanders ons toen dwars gezeten en wat hebben we moeten sjouwen, vechten zou ik het bijna willen noemen, om onze kans op de eereplaats te behouden. Maar hierover later. Mijn entrée in het tweede tegen H.F.C. II in Haarlem was in dubbelen zin „joyeus", dat kan Jan Prent zich misschien nog wel herinneren. Enfin we wonnen met 41 en de volgende week kraakten we thuis Veloci tas II met niet minder dan 80, waarbij zelfs het wonder gebeurde, dat „Leippie" een goal met zijn rechterbeen fokte. De nimmer rus tende lastertong van Piet Grijseels beweerde echter, dat L. het met zijn rechterknuistje gedaan had. Toen ging het mis, achtereen volgens verloren we van V.O.C. II en H.V.V. II, doch wonnen daarop van Quick II en H.B.S. II. We behoorden toen geloof ik nog tot de bovenste 6 op de ranglijst, maar toen we daarna wegens onvolledigheid van Velocitas II in Breda met 21 verloren, zakten we leelijk af en dacht niemand er aan, dat we nog kans zouden kunnen maken op de eerste plaats. Wij zelf ook niet, vooral waar we steeds meer aan onvolledigheid be gonnen te sukkelen. Zoo moesten we dien gedenkwaardigen wedstrijd uit tegen Haar lem II spelen met slechts 8 spelers en 2 sup porters, n.l. Jan Prent en Jan Buys, die ge willig als paardekop fungeerden. Ik behoef niet te zeggen, dat we nimmer zulke snelle buitenspelers gehad hebben. Onze achter hoede en middenlinie speelden dien dag een waren Titanen-wedstrijd. Onze voorhoede huppelde af en toe zoo'n beetje mee, wist zelfs op een zeker moment met meer geluk dan wijsheid een goal te maken en hoewel Haarlem toen met alle mogelijke gepaste en ongepaste middelen probeerde op te halen, bleef onze achterhoede onvermurwbaar en kwamen we met een nooit-gedachte 10 overwinning terug in Mokum. Dat was weer een van die gedenkwaardige wedstrijden, die BLOEMENMAGAZIJN AMSTELVEENSCHEWEG 93 TELEFOON 20320 Leverancier van Bloemwer ken aan Vereenigingen A.F.C.-ers, begunstigt or -teerders

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1927 | | pagina 16