11
BUI
H.R.C. II—A.F.C. II (0—7) 7 Februari 1926
aanvoering van Haasclijk de eerste plaats
veroverde.
Wie had zulks aan het begin van het sei
zoen durven hopen!
De halve kampioenscompetitie was vlug
beslist.
Een 51 nederlaag tegen het tweede, een
5o dito tegen het derde en Voorwaarts II
uit Utrecht was uitgeschakeld.
De promotiewedstrijden van het 2de tegen
W.F.C. II en van het 3de tegen D.O.S. II
brachten het gewenschte succes. W.F.C. II
verloor met 41 en 53, terwijl D.O.S. II er
met 21 en 5—2 tegen ons derde inging.
Wij waren dus gepromoveerd naar de res.
2de klasse.
Hoewel feitelijk niet tot dit verslag be-
hoorend vond ik het niet ondienstig deze
heldendaden van het 3de even te releveeren.
Na dit even schitterende als vermoeiende
seizoen, kregen wij onze welverdiende
zomerrust, wetende, dat ons het volgende
seizoen een zwaar programma te wachten
ons een zeer grooten steun geweest door zijn
prachtig spel en zijn groot enthousiasme.
In de res. 2de klasse werden wij ingedeeld
bij: Haarlem II, Hollandia II, Stormvogels II,
Blauw Wit III, Alcmaria Victrix II, V.V.A. II
en Watergraafsmeer II.
Reeds stond dus vast, dat er hard, zeer
hard gewerkt moest worden, om een behoor
lijke plaats in ons nieuwe milieu in te nemen.
De tegenstanders waren zwaarder en ons elf
tal was danig verzwakt door het overgaan
naar het eerste van o.a. Knopper en Lungen.
Als eerste wedstrijd stond op het pro
gramma BI. Wit III „uit".
Deze wedstrijd werd op een smoorheeten
dag gestreden en wel in de volgende for
matie:
Alandt
v. d. Velden Ruys
Tienstra Ruijs Breethoff t
Stroobach Hartog Brusse
Schade v. Westrum v. Nek
Ondanks alle hitte werd er vlot gespeeld
stond.
De mooie boottocht naar Hoorn, die ons
spelers van het 2de en 3de elftal werd aan
geboden, zal nog lang in het geheugen blij
ven.
Nu ben ik met mijn verslag aan het einde
gekomen van het eerste succesvolle seizoen.
Ik wil dit echter niet besluiten alvorens
een v« >ord van hulde te brengen aan Frans
de Vilder. Ondanks zijn leeftijd is hij voor
Hierbij het conterfeitsei van de ploeg, die
zoo schitterend won.
Eindelijk stonden wij dan toch bovenaan.
De laatste wedstrijd, die ons het kampioen
schap kon brengen, werd op ons veld ge
speeld tegen Z.F.C. III. Wij wonnen met
40, aldus het kampioenschap tot een feit
makende.
Vreugde heerschte alom. Nog grooter werd
deze toen ook ons kranige derde elftal onder
A.F.C.-ers, begunstigt on:e adverteerders!