L. COK
BOEKHOUDEN.
bij voorbeeld zeer veel geleerd uit de wer
ken van Tolstoï."
Van achter de reusachtige, woest als een
kreupelbosch groeiende baard van Basta,
ontstond een geluid als het opwinden van
een oud torenuurwerk, waarna de groote
Mysticus sprak: „Tolstoï, Tolstoi, niets
goed. Ik spuw mij van Tolstoï".
Ontzetting spiegelde zich af op de intelli
gente gelaatstrekken der aanwezigen. Had
den zij een adder aan hun boezem gekoes
terd, die hun bedrogen had, door zijn slaaf-
sche navolging van een Tolstoï, terwijl deze
in de oogen van den grooten Bastasofsky
een nul in het cijfer, een dood element was?
Doch met een onverwachte tegenwoordig
heid van geest, herstelde zich Theo en
zeide: „Ook ik echter ontdekte spoedig, dat
ik mij door diens voorbeeld te volgen op
een dwaalspoor had begeven. En al spoedig
sloot ik mij aan bij de navolgelingen van den
onvolprezen Dostojewsky",
Men herademde. De navolging van Tol
stoï was dus slechts een licht vergeeflijke
fout van onbezonnen jeugd geweest. En
Theo s papieren, die plotseling aanzienlijk
gedaald waren, herstelden zich weder op
het oude niveau. Doch, nadat Basta zijn
wekker weer met ongewone energie had op
gehaald, uitte hij de gedenkwaardige woor
den: „Dostojewsky, Dostojewsky niets goed.
Ik spuw mij van Dostojewsky. Alleen Bas
tasofsky goed. Man van de Tribune niet
slecht. Niet goed. Maar niet slecht".
Een kille stilte overheerschte de bijeen
komst. Uit Theo's markt was de bodem
absoluut weggevallen. Zijn aandeelen onder
nul, zonder eenige vraag. Als een geslagen
hond sloop de ongelukkige weg, achter zich
verachting en verwarring latende.
Om echter mevrouw HeuvelinghWil-
linge uit het veld te slaan was meer noodig.
DAMME EN SCHOUTEN
ALLE PRAKTIJK EXAMENS
AKTE L. O. - AKTE M. O.
Met het verwarmend uiterlijk van een ijs
berg, gecombineerd met het gebied der
eeuwige sneeuw, sprak zij tot Basta, terwijl
de doodelijke stilte slechts werd verbroken
door het geluid, dat deze maakte bij het ver
schalken van een heele snede cake: „En
mijnheer Bastasofsky, hoe bevalt U ons
kleine landje? En hebt U al eenige onzer
groote mannen ontmoet?"
Een nieuwe plak cake achter de bosschage
bergende antwoordde de groote schrijver:
„Hm, ja. Ik ontmoette Ruys de Berbroeksky
en Colijnsky. Heel aardig. Maar niet werke
lijk groote mannen, als Dekessla en Bode-
korva. Waarom ontmoet ik hier niet Dekess
la en Bodekorva?"
Daar Basta deze laatste woorden met on
gekende energie en onder het uitstooten van
de meest wonderlijke geluiden had uitge
bracht, werd thans zelfs de Gastvrouw uit
de gewone plooi gebracht en keek hulpeloos
rond.
„Wie kan hij in hemelsnaam bedoelen?"
mompelde zij. Miel, die zich den tijd aan
genaam had gekort met beurtelings zijn
rechtervoet om zijn linkerbeen en zijn lin
kervoet daarna om zijn rechterbeen te slaan,
wrong zich uit zijn hoek en op zijn gast
vrouw toetredende, sprak hij bescheiden:
„Ik geloof, dat ik het prijsraadsel kan oplos
sen. Hij bedoelt De Kessler en Bok de
Korver."
„Nooit van gehoord. Wie zijn die
Auteurs?" sprak de vrouwelijke ijsklomp.
Maar Basta was al niet meer te houden.
„Ja, juist," schroefde hij uit zijn keel.
„Dékessla en Bodekorva, groote voetballers,
ja. Wie is deze jonge man. Waarom ken ik
dezen jongen man niet?"
Noodgedwongen stelde Mevrouw H.-W.
voor: „De heer Kruis."
Wat Kruis, Kruis, toch niet Miel Kruis,
2e Jan v/d Heijdenstraat 85
Amsterdam, Telefoon 22301
PAK- en INWIKKELPAPIER
SERVETTEN
8
leeraren m. O.
VAN BAERLESTRAAT 97, AMSTERDAM
LEIDEN OP VOOR:
Specialiteit in alle soorten
VRAAGT MONSTERS EN PRIJSOPGAAF,
A. F. C.-ers, begunstigt onze adverteerders!