Hercules III. Ook voor onze reserves valt
in Januari de beslissing. En aangezien
Ajax III tot nu toe geen lust getoond heeft,
ook maar ergens een veer te laten, kan het
kampioenschap alleen behaald worden, als
alle wedstrijden, dus ook die tegen Ajax
III, gewonnen worden.
Vermelding verdient nog, dat den twee
den Kerstdag vriendschappelijk in Utrecht
tegen U. V. V. gespeeld werd. Jammer ge
noeg kwamen op het laatste moment nog af
schrijvingen, zoodat met 2 reserves en een
veteraan gespeeld moest worden. Dank zij
het goede keepen van Versluys en het
enthousiaste spel van onze verdediging,
waarin van Nek uitblonk, konden de gebroe
ders Buitenweg c.s. het niet verder dan 3
goaltjes brengen. De geducht verzwakte
voorhoede had geen kans.
Met bijzonder genoegen vermelden we de
uiterst prettige ontvangst, welke U. V. V.
ons bereidde, zoodat ons eerste elftal, naast
een magnifieke oefening, een aangenamen
middag gehad heeft.
Ten slotte wenschen wij onzen lezers een
gelukkig en voorspoedig 1923, hetwelk, naar
wij ongetwijfeld allen hopen, ook voor de
A. F. C. in ieder opzicht gunstig moge
wezen.
De Vaderlandsche Geschiedenis
van het Voetbalspel
door TREBLA.
Toen de Friezen en Batavieren in ons
land kwamen, bestond reeds het edele
voetbalspel. Door welk volk het is uitge
vonden, ligt nog in het duister; met zeker
heid echter kan men aannemen, dat Epa-
minondas, de bekende Grieksche aanvoer
der, bijna 400 jaar vóór Christus als trainer
is begonnen. Bij het hoofdbestuur der
Olympische Spelen diende hij een verzoek
schrift in om met zijn elftallen te worden
toegelaten tot de arena. Dit werd gewei
gerd. Men kende het spel nog niet genoeg.
Teneinde nu het mooie van het spel aan
te toonen, stelde deze buitengewone man,
aanvoerder geworden, voortaan steeds zijn
legers op in een driehoek (phalanx) en was
overwinnaar op alle slagvelden.
Hoe het spel ter kennis is gekomen van
de oudste bewoners van ons land, ware een
goed onderwerp voor een dissertatie. Het
ligt niet op mijn weg, deze zaak te onder
zoeken. Dat de Friezen het gekend hebben,
staat niet vast. Bij de Batavieren werd het
stellig beoefend en zou zeker tot hoogen
bloei zijn gekomen, indien deze volksstam
over voldoende tribunes had kunnen be
schikken tot het bergen van de toeschou
wers. Dit was echter niet het geval. Later,
door den beschavenden invloed der Romei
nen, hadden ze die wel leeren bouwen,
doch toen schonk men den voorkeur aan
spelen, die meer op de zenuwen werkten,
aan spelen, waarin wilde beesten tegen
elkaar of tegen menschen vochten. De voet
balclubs kregen geen toeschouwers, dus
geen entrées en zijn hun natuurlijken dood
gestorven, maar een monnik had de spel
regels nauwkeurig omschreven en dit stuk
was opgenomen in een der oudste bisschop
pelijke archieven in Lombardije of Klein-
Azië.
Bij de invoering van het Christendom in
deze landen trachtte de geestelijkheid het
democratische voetbalspel overal in West-
Europa, dus ook bij ons, te bevorderen,
daarbij krachtig gesteund door Karei den
Grooten, die zijn twaalf Paladijnen dwong,
het te beoefenen: elf waren spelers, de
oudste, Roeland, fungeerde als scheidsrech
ter. Hij zou stellig de beste links uiterst ge
worden zijn, doch bij een der eerste oefe
ningen had hij een knietje gekregen, waar
van hij niet dan na eenige jaren herstelde.
Zij moeten in Spanje de overwinning op de
Saracenen behaald hebben. Uit wraak
over die nederlaag zijn ze bij Ronceval
allen doodgeslagen, het laatste Roeland.
Als scheidsrechter moest hij den zwaarsten
dood sterven. Gij ziet het, lezer: in dien
tijd gaf een nederlaag op eigen terrein tot
even noodlottige gebeurtenissen aanleiding,
als thans wel eens het geval is. De gebeur
tenis demonstreert echter het enthousi
asme, waartoe dit spel ook destijds reeds
voerde.
Intusschen, voorloopig was het uit met
het spel in deze streken. Karei de Groote
weende luid om zijn helden en om zijn elf
tal en in zijn droefheid besloot hij, dat niet
alleen geen internationale wedstrijden meer
gehouden mochten worden, doch hij
deed de dingen niet half dat ook op
Zondag of in de week geen wedstrijden in
zijn gebied van de Ebro tot de Elbe meer
gespeeld zouden worden.
Ook in Engeland, waar het voetbalspel
door de Denen was ingevoerd, kwam het
na Alfred den Grooten in onbruik, juist om
dat het afkomstig was van den erfvijand.
Licht ware het anders toch weer naar hier
overgewaaid.