muntte uit op de backplaats. Plotseling echter hoorde ik een oorverscheurend ge huil. Het was Jan Prent, die de kuur over dreven had en thans weder op den arm als zuigeling langs het veld werd gedragen, als een triomf der wetenschap. Van het ont zettend gekrijsch werd ik met een schrik wakker en in de werkelijkheid teruggeroe pen, vooral waar het bleek, dat het een mijner nakomelingen was, die mij op dit concert onthaalde. Maar toen ik eenige dagen later op het ter rein kwam op een Zaterdagmiddag werd mij zelfs zonder planeetlezeres of andere des kundige hulp de beteekenis van mijn droom duidelijk. Want zag ik daar op het oefen- veld al niet een kleine Prent zich verdien stelijk maken, blonk daar al niet een kleine van Lierop uit en werd de omgeving niet onveilig gemaakt door een kleine Schee pens? Alle gekheid echter daargelaten, pleit het toch voor dat rustige gevoel van Sammgehörigkeit in onze goede vereeni- ging, dat de namen van hen, die in den ouden tijd de kleuren onzer club verdedig den langzamerhand weder door hun nage slacht in het veld worden gebracht. Zoo worden dan na verloop van tijd ook weder hun heldendaden beschreven door den MAN VAN DE TRIBUNE^, Onze Advertenties. Onze oproeping in het vorig nummer om ons meerdere adressen te bezorgen van firma's, die bereid gevonden worden, in ons blaadje te adverteeren, heeft helaas tot nog toe geen resultaat gehad. Mogen wij ons verzoek daarom nog eens met aan drang herhalen? De opbrengst dezer ad vertenties, men bedenke dat wel, moet de „Schakel in het leven houden. Er zullen onder onze vele leden toch wel zijn, wier relaties het hun mogelijk maken, ons adverteerders aan te brengen. En zijn er onder hen geen zakenmenschen, die het voorbeeld van onzen ouden vriend H. C. van den Berg willen volgen en de A.F.C.- leden op de hoogte willen brengen van de voortreffelijkheid van het door hen gevoer de artikel? Komt, Heeren, wie is de eerste? Ernstig Trainen. In Scheepens brein, reusachtig fijn Kwam plotseling een goed ideetje, En in A.F.C. was men er mee Gelukkig en ook niet zoo'n beetje. Want weet ge wat besloten was, Tot lenigheid der stijve beenen, Dat ieder, die het kwam te pas, Ook 's avonds nog zou kunnen trainen. En welgemoed, het weer was goed, Ging kalm een zestal trouwe ieden, The long long way, naar A.F.C. Een kwam er op zijn motor aangereden.- De trainer stond te wachten daar, 't Was koud, maar daar kan hij wel tegen, Hij had zijn 12 touwtjes klaar. Waarvan ze er allemaal eentje kregen. Toen het gespring de keel uithing, Werden ze voor den wals gespannen, Een was koetsier, er trokken er vier, Geen paarden, maar het waren mannen. En toen hij over 't veld getrokken was Begon het heele stel te hijgen, Want toen bemerkten ze pas, Dat men nog ausdauer moest krijgen. Men was gereed, en aangekleed, Zag je het stel, den weg afzakken, Ging iedereen er dan meteen Bij Eggers kalm er eentje pakken. Men boomde er lang nog over na, Dat 't zoo gezond was voor je beenen, En t eene bier ging 't andere na, Want dorstig maakt het ernstig trainen. Een A.F.C.-er. WEDSTRIJD-PROGRAMMA 1e, 2e en 3e ELFTAL. le ELFTAL. 2e ELFTAL. 3e ELFTAL. 3 Dec. Alcm. Victrix—A. F. C. I vrij Amstel II—A. F. C. III 10 A. F. C. I—Zandvoort Hercules III—A. F. C. II A. F. C.III-W. F. C. II 17 Hortus—A. F. C. I A. F. C. II—Vriendensch. II A. F. C. Ill—D. E. C. II 24 A. F. C. I—Schoten Ajax III—A. F. C. II vrij

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1922 | | pagina 4