Paul Meyer (60) 1 voelt zich op dit moment, ondanks zijn langdurige aktieve loopbaan in het verleden, meer dan ooit betrokken bij het wel en wee van AFC. "Noem het nostalgie, maar als ik nu bij het eerste achter de goal sta en mensen, vrienden, ontmoet met wie ik zo'n 45 jaar geleden op de fiets naar onze jeugdwedstrijden reedgaat er telkens weer iets door me heen". Paul was een prominente speler van 1947 tot 1962. H ij speelde meer ■Il dan 250 officiële wedstrijden in het eerste, maar kwam tussentijds ook uit in het tweede elftal. "Metbeideteamsbeleefdeikeenhoogtepunt.AFCI werdinhetsei- WMiJK 1 zoen 1960-'61 kampioen en promoveerde na een verblijf van maar liefst veertig jaar in de tweede klasse naar de hoogste afdeling en met AFC 2 behaalde ik in 1964 de titel en dat betekende promotie naar de reserve eerste klasse. Het eerste en tweede spelen na al die jaren nog altijd in de hoogste klassen en daaraan heb ik destijds mogen mee werken." Sportieve dieptepunten zijn niet in zijn memorie terug te vinden. Een speler met opvallende kwaliteiten in die tijd wil hij ook niet aanwijzen. Wel een trainer. "Gé van Dijk was voor mij en alle anderen in het team een coach van bijzondere klasse. Hij gaf ons de mentale injecties, die noodzakelijk waren voor de vorming van een eenheid in het veld. Een man, die stimuleer de en een hecht team wist te formeren. Wens voor de club: handhaving op dit niveau, ookals we er—"liever niet"— niet aan ontko men tot vergoedingen over te gaan. Mr. Ernst Seunke (44) l AFC betekent voor hem het bijbrengen van sportiviteit in de sport en daarnaast het leren van fatsoenlijk incasseren. "In het kader van de verloedering van de maatschappij zal de club blijvend haar leden, ouderen en jongeren moeten trachten de noodzakelijke normen bij te brengen. Daartoe behoort bijvoorbeeld respect voor de arbiter." Ernst Seunke is het conform zijn status verplicht goed voorbereid aan de start te komen. Zo ook in dit gesprek, waarin hij zijn conse quent bijgehouden naslagwerk omtrent zijn voetballoopbaan regel matig hanteert. Als 17-jarige debuteerde hij als junior in de strijd om het kampioenschap van Nederland in 1963 tegen De Valk. Het seizoen 1964-'65 betekende een gedeeltelijk competitiedebuut in het eerste, maar door blessures kwam hij tevens dat seizoen uit in het derde, waarmee Seunke kampioen werd. Een jaar later werd hij opnieuw kampioen, nu weer met het eerste en na een jaar bij de reserves in 1968 na terugkeer in het eerste weer kampioen bij de vaandeldragers. Ernst Seunke, jarenlang aanvoerder van AFC 1speelde in 1982-'83 tegen RVC zijn laatste wedstrijd van een serie van 331 competitie en 185 vriendschappelijke wedstrijden. Bijna twintig jaar kwam hij uit in het hoogste team. Zes jaar speelde hij in het nationaal studente- nelftal en verder kreeg hij een plaats in het Amsterdams Jeugdelftal met spelers als Cruijff en Suurbier, het Amsterdams en het Nederlands Amateurelftal. Voor al zijn verdiensten werd hij in 1983 uitgeroepen tot speler van het jaar en ontving hij in 1989 de Nobelprijs. Een dieptepunt noemt Ernst het feit, dat hij tijdelijk werd afgezet als captain van het eerste toen hij weigerde op principiële gronden mee te werken aan een TV-documentaire van de Tros in 1970 en hem nadien werd geweigerd zijn visie omtrent het gebeurde weer te geven in het clubblad 'De Schakel'. "Maar later kreeg ik de aanvoerdersband terug en daarmede volledige genoegdoening." Hartgrondige wens van een oer-AFC-er, die nog altijd uitkomt voor Zaterdag 1dat AFC het voorbeeld mag blijven van hoe het in de sport moet in deze tijd van verloedering. 13

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Persmappen | 1990 | | pagina 15