De 'OUWe gOUWe glorie' coryfeeën op het groene gras uit vroeger jaren
De samenstellers van deze Persmap hebben dit keer gemeend eens aandacht te besteden
aan een aantal belangrijke leden, die in het verleden een prominente rol hebben gespeeld;
niet achter de groene bestuurstafel, maar op het groene gras. Gerard Trebert achtte het een
voorrecht op één van de maandagse clubavonden op Goed Genoeg na de vakantie achter
eenvolgens vijf topspelers uit de achterliggende jaren te ontmoeten, die gezamenlijk meer
dan 1200 competitiewedstrijden in het eerste elftal speelden. Als men bedenkt dat AFC 1 in
haar 95-jarig bestaan in totaal 1831 officiële competitiewedstrijden heeft gespeeld (zie ook
pagina 18), dan kan men spreken van een welhaast historische ontmoeting met vijf giganten
uit het geschiedenisboek van de vereniging.
Dit waren de vijf toppers: Roel van Nek uit de 30- en 40-er jaren, Chris Geluk ('40-'50), Paul
Meyer ('50-'60), Ernst Seunke ('60-70) en Eddy Meyer (70-'80).
Hier volgt een resumé van een boeket kostbare herinneringen.
Roel van Nek (78)
kan zich zijn leven zonder AFC niet voorstellen. Begrippen als op
voeding, sportiviteit en vooral veel plezier zijn naar zijn mening syno
niem met het karaktervan Amsterdams oudste voetbalclub. In de ja
ren 1930-1942 maakte hij twaalf seizoenen deel uit van het eerste
elftal, waarin hij ongeveer driehonderd keer uitkwam.
De meest opvallende speler in die periode was naar zijn overtuiging
international Charles Lungen, met wie hij in de voorhoede talloze
wedstrijden speelde. "Een gentleman buiten het veld maar binnen
de lijnen een lastig heerschap", aldus Van Nek.
Een absoluut hoogtepunt was voor hem hetstedentoernooi in België
in 1935, waaraan Antwerpen, Amsterdam, Keulen en Londen deelnamen. Amsterdam, dat
het moest doen zonder spelers van Ajax en Blauw Wit, die andere verplichtingen hadden,
won het toernooi door Londen in de finale met 3-1 te kloppen. Roel van Nek straalt nog als hij
denkt aan de beide goals van zijn voet in die wedstrijd!
Dieptepunten waren voor hem de seizoenen, waarin AFC in de onderste regionen vertoefde
en moest knokken tegen degradatie.
Zijn hartewens? Dat AFC zich mag handhaven in de hoofdklasse, maar meer nog dan dat,
dat AFC kampioen wordt. "Dat zou ik nog eens ontzettend graag willen beleven...."
Chris Geluk (73)
heeft nooit spijt gehad van zijn overstap in 1941 van Blauw Wit naar
AFC. "De club heeft me veel voldoening gegeven en is nog altijd
voor mij'belangrijk. Ik speelde al twee jaar in het hoogste elftal van
Blauw Wit maar bij AFC kon ik mij pas goed uitleven." Chris Geluk
heeft in tien jaar tijd meer dan tweehonderd competitiewedstrijden
gespeeld. Hij debuteerde tijdens het AROL-toernooi in 1942 en
kreeg een vaste plaats als rechtsbuiten tot 1952, toen een zestal
spelers van het eerste team plaats moest maken voor jongeren. Al
len kregen ten afscheid een aansteker met AFC-embleem. "We
rookten geen van allen", grinnikt Geluk terwijl hij het 'officiële ge-
schenk' uit zijn zak diept.
Chris was nog niet bereid een punt achter zijn voetballoopbaan te zetten en ging vrolijk door
in het tweede, van waaruit hij zelfs nog in het Amsterdams elftal werd gekozen!
Hoogtepunten waren er diverse: de befaamde wedstrijd tegen KFC in het Olympisch Sta
dion met meer dan 40.000 toeschouwers, maar ook het AROL-bekertoernooi in 1944, toen
uitsluitend eerste klassers, waaronder Ajax, deelnamen en AFC voor het eerst de beker
won.
Chris Geluk kon moeilijk afscheid nemen van zijn AFC-tenue. Maarliefst 22 jaar, tot zijn 58e
speelde hij in het roemruchte veteranenteam. Zijn club wenst hij toe zo hoog mogelijk te
12 eindigen, elk jaar weer, maar wel als zuivere amateurs.