seizoen 87/88
Tien voorzitters
Tien voorzitters heeft Jaap van Nek bij AFC meegemaakt sinds hij in 1919 op voordracht
van de in die dagen bekende scheidsrechter Willy Breedhof zijn opwachting mocht ma
ken bij oprichter Schaf Scheepens. "Dat was voor een jongeman als ik een enorme ge
beurtenis, want tegen zo'n man keek je huizenhoog op. Maar ik ben altijd blij en dank
baar geweest, dat ik bij AFC mocht voetballen."
Het is overigens niet alleen bij voetballen gebleven, het erelid Van Nek heeft ook in
bestuurlijke zin zijn sporen meer dan verdiend. Van zijn 22e jaar af bekleedde hij tal van
functies en nog altijd is hij in zijn kwaliteit van erelid een welkome en graag geziene
gesprekspartner aan de bestuurstafel. Zijn vele vrienden wensen hem toe dat hij dat nog
jaren zal kunnen blijven doen.
Erevoorzitter kijkt tevreden terug
DIE "LASTIGE" KAPPELHOFF HIELD HET MEER DAN EEN JAAR VOL...
"In AFC heb ik mijn tweede opvoeding gehad. Die had ik als enig zoontje thuis dan ook
best nodig. Ik heb mij mede daarom verplicht gevoeld om toe te stemmen in het verzoek
om voorzitter te worden, voelde het als het ware noodzaak om iets voor de vereniging te
rug te doen. En ik heb er nooit spijt van gehad, want ik heb de club al die jaren met veel
plezier mogen leiden."
Aan het woord is erevoorzitter G.H.H. (Henk) Kappelhoff, die in 1956 na zijn terugkeer uit
de inmiddels zelfstandig geworden republiek Indonesië als opvolger van Nico Holtzappel
de leiding van de club overnam en zich met groot elan en enthousiasme aan zijn nieuwe
taak zou wijden.
Tienjarenplan
Kappelhoff verkeerde in de gelukkige omstandigheid, dat hij veel tijd kon vrij maken voor
de club. Daarnaast vormde hij met zijn zes andere bestuursleden een hecht team en kon
hij terugvallen op een sterke elftalcommissie met Cor Kerker, Rolf Leeser, Ton v.d. Valk
en later Theo v. Emden. Met hen samen werkte de nieuwe voorzitter aan een ambitieus
tienjarenplan. Dat plan voorzag in een strakkere discipline vooral wat de trainingen betrof
met het doel het eerste tot en met het vierde elftal terug te brengen naar waar zij volgens
de normen en de standing van de oude, roemruchte club thuis hoorden: in hun hoogste
klasse.
Geslaagde opzet
"Ik prijs mij gelukkig te kunnen zeggen, dat het allemaal is gelukt. Met mannen als trai
ner Gé van Dijk en captain Henne Boskamp van het eerste elftal, maar ook dankzij de
steun van het gehele bestuur is de opzet geslaagd met als bekroning in 1961 promotie
van het eerste naar de eerste klasse. Daarna zijn wij nog tweemaal kampioen geworden,
in 1967 en '69. Reken daarbij dan nog de verhuizing in 1962 naar ons prachtige complex
"Goed Genoeg" dan is het duidelijk, dat ik fantastische herinneringen bewaar aan mijn
bestuursperiode bij AFC."
En hij besluit: "O ja, toen ik werd benoemd zeiden ze over mij: die lastige kerel houdt het
nog geen jaar vol als voorzitter. Het zijn er zestien geworden en nog zijn ze niet van me
af, want vijftien jaar geleden maakten ze me erevoorzitter. En daar ben ik best trots op!"
Kwart eeuw bestuurslid
JAN VAN DIJK EN DE GOUDEN JAREN
"Vaandrig van Dijk meldt zich voor de herhalingsoefening!"
De commandant keek op van zijn bureau in het voormalige kamp "De Driesprong" in
Ede en sprak peinzend naar de jonge aspirant-officier: "Van Dijk, bent u soms Jan van
Dijk?"
10 "Jawel, kapitein."