FERSMaP
Goed Genoeg
Na 42 jaar verhuisde AFC naar Buitenveldert en nam bezit van Sportpark Goed Ge
noeg; genaamd naar Oostveens boerderij uit het begin van de eeuw. Op de Wandel
weg was AFC nog juist kampioen en eerste klasser geworden. Op Goed Genoeg werd
AFC in die eerste klasse al direct kampioen. Toen in 1974 de hoofdklasse werd ge
vormd uit de beste eerste klassers was AFC daar direct bij. Tot op de dag van van
daag speelt AFC in de hoogste afdeling bij de amateurs. Moeder AFC heeft drie be
kende dochters:
ACC, de cricketclub, die in Amstelveen speelt
ABC, de baseballclub en
ATC, de tennisclub, die beide op sportpark Goed Genoeg konden worden onderge
bracht.
ATC is de jongste loot, die ook oudere leden de kans biedt een balletje te slaan. Me
nige veteraan beroemt zich er op nog te tennissen zonder bril en als het moet nog
zonder racket.
Het AFC-leven vindt zijn neerslag in het clubblad de AFC Schakel onder het motto:
"Dit is de Schakel, die komt binden
de oude club aan de oude vrinden".
AFC viert nog een jubileum: 50 jaar geleden schreef Dick Bessem het clublied, waar
van bekende regels zijn:
"Al word ik oud mijn geest blijft fit,
omdat ik AFC bezit".
Geen AFC-elftal zonder humor. Bijzondere uitspraken worden geboekstaafd. Zo
kwam een wat bejaard elftal van voormalige coryfeeën in een wedstrijd tegen jeugdi
ge tegenstanders wel wat erg onder druk te staan. Bijna doorlopend werden de AFC-
ers opgesloten in eigen stafschopgebied. Maar de captain van AFC bracht de oplos
sing en riep de doldrieste, snelle tegenstrevende aanvallers tot de orde met een krach
tig:
"Kom jongens, ga nou eens bij je eigen voor de deur spelen!"
De voetbalclub AFC is geen sekte, maar geeft toch soms blijk van een diep geworteld
geloof.
Getuige dat zes-jarige jongetje, dat voor het nieuwe jaar een zakagenda gekregen had,
het persoonlijk memorandum direct invulde en de clubhistorie inging met de vermel
ding:
"Geloof: AFC"!
14
PIM ADRIAANSZ
(Tekst uit het radioprogramma van de A VRO van Karel Prior "Kom eens langs op Goed Genoeg'
van 19 januari 1985.)