Daar is om te beginnen Rob Ouderland. Hij is een zoon van de ex-coach van AFC,
Piet Ouderland, die vijf jaar lang de selektie onder zijn hoede heeft gehad en nu trai
ner is van Rood Wit. Rob heeft nog bij de FC Amsterdam gespeeld om zijn studie als
fysiotherapeut te bekostigen.
Dan hebben we de jurist Edwin Ludwig. Hij heeft als kleine jongen bij de jeugd het
AFC shirt al gedragen en heeft ook bij de FC Amsterdam gespeeld.
Theo van Zeggelen heeft eveneens zijn rechtenstudie afgemaakt. Hij is oud-Telstar-
speler en nu kandidaat-notaris in Noordwijkerhout.
We blijven nog even bij de vroegere semi-profs. Eef Heyt komt ook uit de stal van
Dé Stoop, dus van de FC Amsterdam. Hij is eigenlijk een halve AFC-er sinds jaren,
want hij is een neef van Joop van der Voort, lid van verdienste van de Amsterdamse
club.
En dan is daar tenslotte drs Willem Lenglet. Willem is een afgestudeerd natuurkun
dige. Hij heeft van zijn 17e tot zijn 25e in het eerste elftal van RKAVIC gespeeld,
de club waarvan zijn vader tien jaar lang voorzitter is geweest.
Pur sang amateur
Wat is en blijft nu zo bijzonder bij AFC, de club, die zich in tegenstelling tot zoveel
andere prominente, men kan zeggen legendarische voetbalverenigingen als de Ko
ninklijke HFC, HBS, HVV, Quick en het Deventer UD aan de top van het vaderland
se amateurvoetbal heeft weten te handhaven, jaar in, jaar uit?
Dat moet de sfeer zijn, het uitstralingseffekt. De wijze, waarop de club wordt geleid
(nu al weer jaren onder de bezielende leiding van voorzitter Jan van Dijk) en de meer
dan opmerkelijke lotsverbondenheid van de leden onderling. In de nieuwe selektie,
die aanvankelijk negentien leden telde en nu is teruggebracht tot zeventien spelers,
waarvan vijftien veldspelers en twee doelverdedigers, geldt onvoorwaardelijk het
principe van het pure amateurisme, ledere speler, van pupil tot eerste-elftalspeler,
betaalt het volle pond aan contributie. Vergoedingen bestaan niet bij AFC, niet voor
reiskosten en ook niet voor andere onkosten. Wie spelen wil? Graag. Maar dat is het
dan. En zo zal het blijven, zolang op zondagmiddag de zwart-rode vlag van het club
huis wappert.
Gerard Trebert
