SEIZOEN
1897-1898
A.F.I
I I
AFC neemt voor de eerste keer in haar bestaan deel aan competitie voetbal.
UITSLAGEN
AVV
Swift
Volh.A
EDO
Volh.B
Quick
AFC
A.V.V.
6-2
7-1
6-2
8-0
Swift 2
2-1
3-0
4-1
2-1
3-1
de ontbrekende uitslaqen zijn waarschijnlijk
Volharding 2A
2-0
3-1
3-2
4-3
1-1
9-0
niet meer te achterhalen
E.D.O. 2
0-5
3-1
3-1
5-2
Volharding 2B
3-0
5-0
2-1
3-1
2-1
2-2
de "5-0 of 0-5" uitslagen zijn meestal
Quick 2
5-1
0-2
8-0
"reglementaire" uitslagen
A.F.C.
3-4
0-5
EINDSTAND
gesp.
gew.
gelijk
verl.
pnt.
doelp.
AFC neemt voor het eerst deel aan de competitie.
Slechts éénmaal weet AFC te winnen, van wie is
A.V.V.
A'dam
12
9
1
2
19
54-12
Swift 2
A'dam
12
8
1
3
17
43-17
helaas niet meer bekend. Op 20 maart 1898 zou
Volharding 2A
A'dam
12
7
1
4
14
42-25
AFC haar eerste competitie punt grijpen door een
2-2 gelijkspel tegen Volharding 2B. AFC eindigt
daardoor onderaan met slechts drie punten. Op 23
januari 1898 wordt de thuiswedstrijd van AFC tegen
E.D.O. 2
A'dam
12
6
0
6
12
21-33
Volharding 2B
A'dam
12
5
1
6
11
24-41
Quick 2
A'dam
12
3
1
8
7
30-27
Quick voor AFC reglementair verloren verklaard,
met 0-5, omdat er geen doelpalen aanwezig waren.
A.F.C.
A'dam
12
1
1
10
3
9-69
Twee jaar na oprichting van de club, waarin uitsluitend vriendschappelijke wedstrijden werden gespeeld, besloot het bestuur
AFC in te schrijven voor deelname aan de competitie in de 2e klasse van de Amsterdamsche Voetbalbond. In de algemene
Vergadering werd daartegen bezwaar gemaakt omdat AFC dan zeker vier thuiswedstrijden moest spelen op het terrein van
stadsgenoot Volharding omdat het AFC terrein door de A.V.B. nooit zou worden goedgekeurd. Dat spelen op het veld van
Volharding zou dan viermaal vijf gulden, in totaal dus twintig gaan kosten en dat vond men te veel van het goede. Het bestuur
kreeg echter toestemming eventueel een hoofdelijke toeslag te heffen als nodig zou blijken om in een eventueel kort bij te
dragen en de inschrijving in de 2e klasse Van de A.V.B. werd een feit. Met goede moed ging men de competitie in met spelers
als Milo Ankersmit, Van Dam, Odink, Hein Brass, Schaf Scheepens, Wolfrat, Van de Linden, Krüseman en Van Eist. Het
resultaat bracht echter diepe teleurstelling en met slechts drie punten uit twaalf wedstrijden en een doelsaldo van 9 voor en 69
tegen, werd de competitie beëindigd op de laatste plaats.
In "Het Sportblad", het officiële orgaan van de Nederlanschen Athletiek-Bond, van 13 januari 1898, valt in de rubriek
Amsterdamsche hoekschoppen"over de resultaten van AFC in de competitie het volgende te lezen
In de 2? afdeling bezocht de AFC stadsgenoot Volharding 2A en werd daar met 9-0 afgemaakt. Verwonderlijk is het dat de
AFC er maar niet in geslaagd is ook maar één keer het genoegen van het scoren van een goal te smaken, want
niettegenstaande ze reeds de helft van de wedstrijden gespeeld heeft is de bal alleen 54 maal in haar goal gegaan. Zeer te
prijzen valt, dat ze nog steeds met een voltallig elftal opgekomen zijn; het is te hopen dat ze ook in de tweede helft de te spelen
wedstrijden partij geven en niet door niet verschijnen een verkeerde verhouding in de goal- averages doet ontstaan".
Van de twaalf gespeelde wedstrijden, die AFC speelde, zijn op dit moment, maar zes uitslagen bekend gebleven. Wel lezen in
"het Sportblad" van 17 maart 1898, dat AFC voor het eerst heeft gescoord, de krant beschrijft dat als volgt
"en zo smaakte AFC voor het eerst het genoegen van te scoren en dat dit blijkbaar zoo goed beviel, dat ze dit nog tweemaal
deed en daardoor slechts met 4-3 van Volharding 2B verloor".
De teleurstelling over het slechte resultaat in de competitie was zo groot, dat in de Algemene Vergadering van 1898 door één
van de leden werd voorgesteld de naam van AFC te veranderen omdat men zich voor de buitenwereld belachelijk had
gemaakt. De heer Brass, toen eerste secretaris was hogelijk verontwaardigd, maar het voorstel werd desondanks in stemming
gebracht en slechts met een stemverhouding van 4 voor en 7 tegen verworpen. Van de tegenstemmers zijn slechts de namen
van Brass, Horsting, Bernard en Swaab bekend gebleven en aan hen is het dus te danken, dat de naam van AFC is blijven
voortbestaan. Dit kwartet was in die gedenkwaardige algemene vergadering van april 1898 toch best op dreef, want het wist
ook te verhinderen dat AFC zomers onder de kleuren van "Volharding" zou gaan cricketen. En terecht, want Brass en zijn
kamaraden zagen in, dat als men zich zomers bij Volharding zou aansluiten, de "geel-blauwen" AFC geleidelijk ook op
voetbalgebied zouden annexeren. In deze periode was het ledenaantal van AFC gegroeid tot 42 leden.
In de Algemene Vergadering van april 1898 wordt er weer over het clubtenue gedebatteerd en uit de notulen van
deze vergadering lezen wij het volgende;
"Thans kwam de costuumquestie op 't tapijt. Het bestuur wilde de leden versierd zien met een roode sjerp van
den rechterschouder naar de linkerheup. De heer Horsting, die altijd weelderige neigingen vertoont, zooals
smoking e.d. stelde voor, een wit hemd aan te trekken. De president en secretaris e de heer Bernard bestreden
dit voorstel, dat op verzoek van de van den president tot de volgende vergadering werd aangehouden.
Op zich een klein berichtje, maar misschien toch belangrijk voor de ontwikkeling van het AFC-tenue.
Waarschijnlijk was de sjerp een voorbode voor de zwarte "V", die omstreeks 1910 het AFC shirt zou verrijken en
misschien was de weelderige neiging van de heer Horsting wel aanleiding om later tijdens het reünistendiner
(naderhand het "jaardiner" genoemd) in smoking gekleed te gaan, een traditie die tot op heden, ruim 100 jaar
lang in stand is gehouden.
links op de foto, twee AFC-spelers het tenue van deze tijd.
184