ZONDAG 19 JANUARI 1930
ONDERLINGE WEDSTRIJDEN
LACHEN! GIEREN! BRULLEN!
Nog even terug naar dat seizoen 1928-
1929. Er was één lichtpunt. De junioren
werden kampioen en wat men toen nog
niet kon weten, was, dat in dat elftal de
kiemen zaten die er later in de jaren dertig
voor zorgden dat AFC niet elk seizoen in
de zenuwen zat. Dat waren spelers als El
lens, Breedveld, Dijkhuis en Hannema, die
allemaal hun sporen in het eerste elftal
zouden verdienen.
Maar zover was het nog lang niet. Er zou
nog veel geleden worden. Merkwaardig,
steeds weer die wanhopige oproepen om
te komen trainen. Galavazi sprak in de
Schakel toen een woord, dat decennia lang
de discussies in AFC zou beheersen: '...dat
al mag onze vereeniging zich het praedi-
caat prettig en gezellig toeëigenen wij toch
nooit mogen vergeten dat wij staan en val
len met de prestaties van ons eerste elftal'.
De bijnaam AFC was in die jaren de Am-
sterdamsche Fuif Club. Zeker, uit alle
stukken blijkt dat men zich bijzonder
amuseerde, tijdens de boottochten, bij het
roemruchte 'Eggers' en op de clubavond op
zaterdagavond. Galavazi ergerde zich
eraan dat ook de eerste elftalspelers dan
hun sigaretje rookten en hun biertje dron
ken. Tja, zouden wij zeggen, neem dan een
andere avond. Maar kritiek achteraf is ge
makkelijk. En of ze nu wel of niet in juni
begonnen te trainen, 't ging weer mis en
met 7 punten uit 14 wedstrijden en met
Charles Lungen, die in Londen was gaan
wonen, maar een enkele keer beschikbaar
leek 't noodlot onafwendbaar. Met een ge
weldige inspanning redde AFC zich op
nieuw.
AANVANG 12.30
Temidden van die sportieve misère had
het bestuur nog meer zorgen aan het
hoofd. In 1930 speelde AFC tien jaar aan
de Zuidelijke Wandelweg en de Gemeente
Amsterdam meende dat jubileum luister
bij te moeten zetten door de huur te ver
hogen van 1.500 per jaar naar 5.000.
Bovendien verviel de obligatielening. Er
was geen sprake van dat AFC aan al die
verplichtingen kon voldoen en dat bete
kende dus onderhandelen. Een boze obli
gatiehouder dreigde beslag te leggen op de
recette van het AROL-toemooi. 't Is alle
maal goed afgelopen, maar het heeft niet
zoveel gescheeld of dit Honderd Jarenboek
had niet geschreven behoeven te worden.
Ik heb mijn vader, die toen penningmees
ter was, later eens cynisch horen zeggen:
'Je werkte zes dagen hard om in de crisis
overeind te blijven en dan was AFC echt
ontspanning'.
Maar het seizoen begon goed, drie over
winningen. En wat nog meer goede teke
nen waren: er werd een zevende en een
achtste elftal ingeschreven en er waren
vier jeugdelftallen.
Wat het eerste betreft, na de goede start
kwamen er tien nederlagen! En in de Scha
kel stond een klein verhaaltje dat waard is
gememoreerd te worden. Het ging over het
jongetje dat niet kon griezelen.
'Toen bracht zijn vader hem om half zes
naar de kruising Spui-Rokin. En het jonge
tje griezelde niet. Toen las zijn vader hem
de telegrammen van de New Yorksche
beurs voor. Maar het jongetje griezelde
niet. Toen nam zijn vader hem mee naar
de begrootingsdebatten in den Amster-
damschen Raad. Maar het jongetje grie
zelde niet. Teneinde raad nam zijn vader
hem mee naar den Zuidelijken Wandel
weg. Daar zag hij de voorhoede van AFC
schieten. Toen griezelde dat jongetje.'
Nog meer ellende
50