VERANDERD!
J, 1
Iff
de Trust House Forte organisatie. Toch een
international dus.
Enfin, de Ajacieden bonden in, want zo'n
AFC-er die niet alleen zijn voeten gebruik
te om de bal te spelen waren ze kennelijk
nog niet tegengekomen. Ik kreeg wel een
waarschuwing van de scheidsrechter. We
speelden gelijk, grotendeels dankzij Flink
en op weg naar de kleine kleedkamer op
het derde veld zei de leider van Ajax - die
ik kende van cricket; vraag het maar aan al
die Dukkers - 'Wat doe jij bij AFC? Een
feestclub. Je had bij Ajax gemoeten'. En in
het weekbulletin stond dat Henrichs wel
snel in het eerste zou opduiken. Dat was
dus ook al een profeet die gewoon brood at
want een AFC-topper ben ik nooit gewor
den al vonden trainers als Karei Kaufman
en vele jaren later de van Blauw Wit geko
men Booth dat ik talent had, maar ik was
intussen verliefd geworden. Op ijshockey.
Nou ja, ik was dus na mijn AFC-debuut en
vele loftuitingen zo trots als een pauw
maar toen ik een dag later van school
thuiskwam vertelde mijn vader me bars
dat ik me op het clubhuis moest melden
bij het bestuur. Nadat ik de beruchte 'trap
der zuchten' aan het oude clubhuis was
opgeklauterd, werd ik geconfronteerd met
de heren Bessem, toen nog geen directeur
van het Olympisch Stadion en Galavazi en
die gaven me in niet mis te verstane be
woordingen te kennen dat mijn spel AFC
onwaardig was geweest.
AFC betekende volgens hen 'Amsterdams
Fairste Club' en als een speler een waar
schuwing kreeg ging dat als een lopend
vuurtje door de hele vereniging. Er zijn nu
clubs waar je na een waarschuwing me
teen erelid wordt, denk ik wel eens.
In ieder geval, ik ging netter en slechter
voetballen maar een feit is dat een hele
horde AFC officials mij sportiviteit en le
venslessen hebben bijgebracht. Ik hoop dat
ze dit nog steeds doen met wat onstuimige
jongelui. De wisselwerking tussen AFC en
de cricketers van ACC was ook opvallend.
Want ik was ook op het cricketveld een
opgewonden standje en heb veel aan de
wijze woorden van Henk Kappelhoff, Lou
Woudstra en veel later in het eerste van
ACC aan Harry Scheepstra te danken. Die
zelfde Harry stapte eens naar mijn vader,
die mij wegens een reeks slechte school
rapporten een absoluut sportverbod had
opgelegd om te pleiten dat ik weer mocht
spelen. Ik luisterde uit een belendende ka
mer via een spleet in de schuifdeur stie
kem mee en hoorde Harry vleiend zeggen:
'Frans is wat wild maar een ongeslepen
diamant'. Waarop pa antwoordde: 'Een on
geslepen stuk steenkool zult u bedoelen'.
Maar mijn vader kon goed opschieten met
Charles Lungen, want pa had een zwak
voor anglofiele personen en dat was Char
les op en top. 'Ik moest maar goed naar
Charles luisteren' hield senior mij voor.
Lungen, die nog in het Nederlands elftal
voetbalde en ook een uitstekend cricketer
was, zette mij - toen hij captain van het
eerste cricketteam was - als fielder vlakbij
de batsman neer. Eens sloeg een fors heer
schap uit Schiedam de bal via mijn hoofd
het veld uit. Ik ging gestrekt, was even
buiten westen en toen ik mijn ogen opende
keek ik in de bezorgde gezichten van Diclc
de Baarne en Wally van Weelde. Daarach
ter stond Lungen die allerminst bezorgd
sprak: 'Ik heb je daar neergezet om de bal
te vangen, niet om hem te koppen'.
t
a 3
Foto links: Het Olympisch
Stadion was meermalen de
plaats waar AFC wedstrijden
speelde, zoals in 1946 de
beroemde besissingswedstrijd
tegen KFC.
Spelen in dit stadion was altijd
een hele belevenis voor de
AFC-ers.
Gezelligheid was in de
vroegere jaren troef. Ook het
uitwisselen van vaantjes ging
minder officieel dan vandaag
de dag.
r F j