WAT IS ER TOCH VEEL 'Vijf teams in de KNVB' Dat waren de allereerste woorden die ik in mijn allereerste wedstrijd voor een elftal van AFC op het veld aan de Zuidelijke Wandelweg uitsprak. Foei, foei, duizend maal foei, maar er wa ren verzachtende omstandigheden. Ik woonde pas enkele weken in Amsterdam en kwam uit Den Fiaag waar ik speelde in de Interdiocesane Voetbal Competitie Bond, de IVCB dus, oftewel de katholieke bond. Lach daar maar niet om, want Vo- lendam bijvoorbeeld speelde ook in die bond en pas in de oorlog kwam de fusie. Ik zou eigenlijk lid worden van HVV, maar omdat ik naar het Aloysiuscollege werd gestuurd werd het Graaf Willem II - VAC, want als je toen op het Aloysius zat mocht je niet in een neutrale club voetballen. Nu hadden die clubs in de IVCB wel een geestelijk adviseur en het principe 'Geven is zaliger dan ontvangen' werd uitvoerig toegepast, vooral als dat het geven van trappen tegen schenen betrof. Als je in het Westland moest spelen, vlogen soms de overrijpe tomaten je voor de wedstrijd al om de oren. Er was ook een club die R.I.A. heette en dat betekende 'Rooms In Alles' maar wij zeiden 'Rausen Is Alles'. Wij van Graaf Willem werden door de vijand be schouwd als de elite die 'sorry' zeiden na een doodschop. Eerlijkheidshalve moet ik wel vaststellen dat er ook veel faire clubs speelden in die bond maar toch ook een met een geestelijk adviseur die in zijn monnikspij langs de kant stond en tijdens een zoals gebruikelijk fors duel met een verbeten gezicht riep: 'Laamaar jongens, we krijgen ze nog thuis!'. Ik stond vlak bij hem binnen de lijnen, maakte een beleefd groetend gebaar, mompelde 'eerwaarde' en schoffelde voort. Ik was 16 jaar en moest wel van me afbijten anders had een hele generatie sokophoudervoetballers me on der de zoden getrappeld. Met die mentaliteit dus belandde ik bij AFC. Mijn eerste wedstrijd AFC junioren - Ajax junioren. Nu waren er bij Ajax, toen ook al een technisch gerenommeerde club, toch enkele jongens die hard doorliepen op onze keeper. Dat was Hans Flink en ik had al rap door dat die een topper was, wat later ook zou blijken, want hij belandde uiteindelijk in het eerste, werd een con current van de destijds befaamde Wille |EDO) en zou het ongetwijfeld tot een in ternationale voetballoopbaan hebben ge bracht als hij geen directeur was geworden van het Apollo Hotel en later een topper in Een historisch jaar mag dit zeker heten: met vijf seniorenelftallen in de KNVB. Welke amateur club in Nederland kan dat in het midden van de tachtiger jaren zeggen? Voor het eerst in de geschiedenis AFC met vijf teams in de KNVB en dan na het eerste seizoen de volgende resultaten: het eerste tweede achter kampioen Unitas, het tweede geëindigd als derde, het derde zesde, het vierde achtste en het vijfde op de tweede plaats. Een seizoen met een gouden randje! Markant feit in dit jaar: AFC komt met een profilatierapport samengesteld door Kees Gehring en Gerard Trebert, waarin betekenis, achtergronden, historie en de plaats van de vereniging in de lokale, regionale en nationale sportgemeenschap tegen het licht worden gehouden, één en ander met het doel het bedrijfsleven een beeld te presenteren van wat AFC niet alleen haar leden op het gebied van sportbelevenis, maar ook maatschappelijk heeft te bieden. Het rapport blijkt zijn doel niet te missen; uit het bedrijfsleven komen positieve reacties, die leiden tot het instituut van AFC-vriendelijke bedrijven. 'Doe het nog eens en ik schop je doormidden....' 178

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1995 | | pagina 210