'Kom eens
langs op
Goed
Genoeg'
AFCZO'N 50 JAAR GELEDEN
De Amsterdamse P.C. Hooftstraat was in
1944 louter een straat van enkel hardwer
kende middenstanders. De tramlijnen 2 en
3 denderden de hele dag langs de winkel
tjes en zorgden voor de meeste opschud
ding. De jeugd behielp zich in de zijstraat
jes, waar voetbal gespeeld werd met een
tennisbal. Het jongetje van de smid uit de
straat, was de uitblinker onder ons. Zijn
rode self-made shirtje met zwarte bandjes
verraadde dat hij al lid moest zijn van AFC.
Dat shirtje intrigeerde me vreselijk, dat
wilde ik ook. Hij wees me de weg naar
Mr. A. Eijsvogel in de Valeriusstraat, waar
een aanmeldingsformulier gehaald werd.
De ballotage-commissie kon aan de slag.
Thuis was alles, zoals natuurlijk altijd,
piekfijn in orde en voor de somma van acht
gulden en vijftig cent werd ik adspirant-lid
van AFC (even onthouden!).
Het was juni 1944. De Geallieerden waren
juist geland in Normandië en enige dagen
later was het mijn 11e verjaardag, waarop
ik het lidmaatschap van AFC cadeau kreeg
van mijn ouders. Mijn mooiste witte over-
hempje ging in een ketel met rode verf.
Cruijff Sports en Umbro bestonden nog
niet (zie de outfit in oude fotoboeken).
Twee zwarte lintjes dicht naast elkaar ge
stikt vervingen de brede zwarte band die
niet meer voorradig was, ook niet bij Agri-
hama, het was echt oorlogstijd.
Mijn eerste competitie in of voor AFC be
gon met een valse start; na drie wedstrij
den gespeeld te hebben werd de boel stil
gelegd, de beruchte hongerwinter zou
aanbreken.
Na de bevrijding niets anders dan feest en
nog eens feest. AFC werd 50 jaar en kam
pioen in het seizoen 1946. Daar heb ik aan
meegewerkt. Het KFC gebeuren, ieder wel
bekend, had zijn climax in 'het Olym
pisch' en als twaalfjarige mocht ik de bal,
voor een 43.000 koppig publiek, als ballen-
jongen éénmaal geven aan een grootheid
van ons eerste. Vaders bleef de contributie
betalen en via het bruinkleurig Schakel
bulletin werd je iedere week op je fietsje
naar alle uithoeken van Amsterdam ge
stuurd.
Eenmaal bij de senioren, ouder en wijzer
geworden, begon het verenigingsleven vat
op mij te krijgen. De contributie maakte ik
inmiddels zelf over en dat ging zó perfect
dat ik al gauw werd uitverkoren aanvoer
der te zijn van één van onze recreatie elf
tallen. Een sportief hoogtepunt werd daar
bereikt met ons negende in de jaren 1966
en 1967. Met onder andere Hans Geuse-
Johan de Bie, de nieuwe
eerste secretaris als
opvolger van Fred van
Soomeren, die de pen
van de vereniging twaalf
lange jaren uitstekend
hanteerde, meldt in zijn
eerste jaarverslag dat
AFC geschiedenis schrijft
door als oudste voetbal
club van Amsterdam
haar 90-jarig bestaan te
vieren. Het 90-jarig
bestaan werd omlijst met
een radio-uitzending van
Karei Prior in het kader
van de serie 'Kom eens
langs....', deze keer uit
het clubhuis en een
officiële receptie, waarbij
Jan van Dijk en Otto van
Rijn bondsonder-
scheidingen ontvingen
vanwege hun langdurige
verdiensten.
Het jaar kenmerkte zich
door de opheffing van de
enquêtecommissie, een
instituut, dat niet meer
past in de gewijzigde
omstandigheden van de
hedendaagse
maatschappij. Er worden
geen huisbezoeken
meer gebracht aan
kandidaatleden, zoals in
het grijze verleden.
Door het behalen van
een periodetitel mogen
we weer meedoen aan
het grote KNVB-
bekertoernooi, maar het
wordt weer geen
eclatant succes.