HENNYKOTTMANN:
EMOTIES Bij ZEGE OP EDO
Max de Bruin sr.
De Twentse Bank was inmiddels opgegaan
in de ABN en de hockeyclub Pinoké stond
met open armen te wachten op een nieuw
verstandshuwelijk. Op de 'Buldersoos' be
leefden wij enkele gelukkige jaren totdat
de opkomst van de kunstgrasvelden op
nieuw de speelruimte van cricket be
dreigde. De gevolgen zijn bekend: uitein
delijk kwam ACC in 1987 in haar geheel
eigen clubhuis achter in het bos terecht.
De plek is uniek en het is treffend dat zo
veel AFC-ers zomers naar dat heerlijke
cricket-paradijs komen om in de zomerse,
zwoelte te genieten van spel en natuur.
Nog steeds bestaat de ACC-populatie ruw
weg voor éénderde uit AFC-ers. Wie in de
winter bij AFC 'op het dijkje' kijkt ont
waart steevast een kluster cricketers.
Als hoogtepunt van de uitstekende relatie
tussen de sportvrienden van beide clubs
spelen zij onderling met wel vijftig man
een cricketwedstrijd op ACC. Een ware
happening die niemand wil missen. De
goede sfeer tussen beide verenigingen is
niet in de laatste plaats tot stand gekomen
door prominente bestuurderen van de
oude garde zoals Lou Woudstra, Jo Hur-
wits, Wim Staats, Harry Prent, Willy
Brusse en jawel, een zeer speciale vrouw
Zus Suyver.
Nog steeds voelen velen van ons zich in
hoge mate thuis bij AFC onder het vrij-
vertaalde Schakel-motto: 'd'oude band die
bindt, d'oude club aan d'oude vrind'!
Dat het mij gegeven was aan deze bijzon
dere relatie enige decennia de nodige rich
ting te hebben mogen geven, was evenzeer
een eer en genoegen!
Dat het Moeder AFC nog tot in lengte van
jaren zeer voor de wind moge gaan is mijn
wens namens alle ACC-ers.
Schaf Scheepens: als cricketer
bij ACC.
Het is al vele malen in alle toonaarden
besproken en beschreven, maar Henny
Kottmann wil het nog eens met nadruk
vaststellen: één van de hoogte- of zo men
wil dieptepunten was die dramatisch
verlopen strijd tegen EDO in Haarlem,
toen AFC nog een enkel puntje nodig had
om aan degradatie te ontsnappen.
Kottmann noemt het zelf een dieptepunt
als hoogtepunt: eerst een penalty missen
en daarna vlak voor tijd het scoren van de
gelijkmaker, waardoor AFC in de
hoofdklasse bleef.
Kottmann: 'Na afloop hossende, huilende,
op het veld komende AFC-ers, die
allemaal hun emoties toonden. Zoveel
blijdschap heb ik nooit meer meegemaakt
binnen de AFC-gemeenschap'.
Henny Kottmann heeft binnen AFC een
fraaie staat van dienst. In 1974
debuteerde hij als 18-jarige in een
wedstrijd tegen FC Amsterdam in het
Olympisch Stadion in het kader van een
nederlaagtoernooi. Hij speelde eigenlijk in
de AImaar werd samen met Thomas
Rongen uitgenodigd om in het eerste
vriendschappelijk te debuteren. Sindsdien
heeft hij ruim tweehonderd wedstrijden
in het eerste gestaan; het werkelijke
aantal heeft hij niet bijgehouden. 'Maar ja',
zegt hij, 'er was toen nog geen Chris
Schroder om het allemaal te noteren....'.
AFC betekent voor Henny Kottmann
'vertrouwdheid, vriendschap, kennissen,
contacten buiten de club en een relatieve
'bekendheid' binnen het Amsterdamse
voetbal, waardoor kleine deuren kunnen
opengaan'.
Na tien jaar AFC I tenslotte één klacht:
nooit kampioen geworden. Misschien
(hoopt hij) nog eens als trainer....
SMAAKMAKENDE SPELER
132