DE DRIE DOCHTERS VAN AFC 'Een schraal voetbaljaar' V f r* W De drie dochters van het jubilerende AFC. Moeder is jarig, dus mogen de telgen ACC (cricket), ABC (honkbal) en ATC (tennis) ook best even in het zonnetje worden ge zet. De drie sportkinderen werden in ver schillende 'eeuwkwartalen' geboren. De cricketdochter is de oudste. In 1921 (5 maart) opgericht door mannen als Jan Prent Sr, Joop Bornemann, Schaf en Nico Scheepens en Jac van Ooij. Daarna werd op 22 mei 1934 de honkbaldochter geboren. Hier werd het eerste initiatief genomen door Adé Kleyn die als sportleraar op de Academie voor Lichamelijke Opvoeding een aantal AFC-ers warm maakte voor deze Amerikaanse zomersport. Als derde en laatste dochter werd ATC in 1970 ge boren. De club kreeg domicilie op drie ten nisbanen op Sportpark Goed Genoeg. Otto van Rijn werd voorzitter van het eerste AFC-bestuur, waarin destijds ook Kees Gehring en Marcel Koster zitting hadden. Een aantal tennisgezinde AFC-ers sloot zich snel bij het initiatief aan. Hoe gingen de drie dochters in de loop van hun leven tot dusver? ACC is er in geslaagd tot op vandaag regel matig in de top van het vaderlandse cric ket te spelen. Nog steeds in de hoofdklasse van de KNCB. Het veldencomplex van ACC in het Amsterdamse Bos wordt door vele AFC-ers bezocht. Het eerste team van ABC behoorde in de jaren zestig tot de sterkste honkbalploegen van Nederland. Voor vele AFC-ers was het honkbalveld van AFC op Goed Genoeg een regelmatige verblijfplaats tijdens de zomermaanden. ABC is in latere jaren in de competitie te ruggezakt, maar functioneert desondanks als een goede club waarin het lagere honk bal en softbal beoefend worden. Tennis club ATC speelt weliswaar competitie, maar is meer een gezelligheidsclub dan een vereniging die naar hoge tennispresta- ties streeft. De ATC-tennisbanen zijn voor een groot aantal AFC-ers zomers een ge wilde plaats. De ene dochter doet het dan wel eens beter dan de andere, heeft hogere ambities of be tekent meer voor pretentieloze sportbeoe fenaars, dat neemt niet weg, dat moeder AFC tevreden mag zijn, wat er ook van 0b 7f j i Het kan natuurlijk niet elk jaar feest zijn, maar een seizoen zonder een enkele kampioen is toch wel erg kaal. Niettemin, het ware zo. Het eerste jaar in de hoofdklasse was behoorlijk pittig, maar na zeven wedstrijden twee punten is niet echt om vrolijk van te worden. Maar de volgende negen wedstrijden leverden twaalf punten op en dat leverde een positie in de middenmoot op. Desalniettemin moesten beslissingswedstrijden uitmaken of we door mochten in de hoofd klasse. Dat bleek het geval nadat De Spartaan met 6-0 opzij was gezet. Peter van der Valk kreeg een plaats in het Nederlands amateur elftal. In de wedstrijd tegen Luxemburg in de voorronden naar de Olympische Spelen maakte hij zijn keuze dubbel en dwars waar. 'Held van Nederlands Elftal' en 'Van der Valk redt Oranje' waren in die dagen alleszeggende koppen in de dagbladen. Het jaar van Jan van Dijk, Arie Waayer en Fred van Soomeren, die bij de 80ste verjaardag van de club erelid werden en dat van de musical 'In blessuretijd', het zoveelste meester werkje in het vertrouwde AFC- theater. 130 Vaders en zonen bij ACC in 1958. Meer dan 35 jaar geleden. Vele van deze bekende AFC-vaders zijn inmiddels overleden, maar leven voort in de herinnering van hun sportvrienden, juist ook door middel van hun zonen.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1995 | | pagina 140