:n
CD
de a. e|j
Schakel
TRAINING.
DE SCHAKEL.
oLt
Daar is de Schakel, die komt binden
De oude club aan d'oude vrinden,
De vrinden aan de A. F. C.
Tezamen vormen zij een keten,
Wier schakels van geen wijken weten!
Die kan nog lange jaren mee,
De keten van onz' A. F. C.
Toen alles ons was meegeloopen,
En overmoed ons had bekropen,
Scheen elk tevreden en verblijd.
De weelde leek zoo licht te dragen.
Maar zij, die naar 't verleden zagen,
Dachten soms aan den ouden tijd
Met weemoed. en misschien met spijt.
Toen kwamen vreemden bij ons spelen,
Kwamen tribunes als kasteelen,
En hekken als een eerepoort!
De vlaggen zwierden aan de hoeken!!
Maar d'oude geest was ver te zoeken.
't Veld werd een grootsch en weeld'rig oord,
En de terreinknecht droeg_een boord.
Maar in de troost'loos donk're dagen
Van nederlaag na nederlagen,
Waar bleef de aanhang in 't verval?
Toen onze toestand zich benarde,
Was het weer d'ouwe trouwe garde,
Die bleef, die blijft en blijven zal!
De oude garde staat steeds pal!!
Wie voelt niet door zijn lichaam varen
De clubliefde, die vroeger jaren
Onfeilbaar altijd wond'ren dee!
Vooruit! Je schouder dan d'r onder!
Je kop d'r voor, en geen gedonder!
De ketting strak! Vooruit' er mee!
Daar gaat-ie! Voor de A. F. C.H
NICO.
Eiken Vrijdagavond wordt nu door Bollington
getraind. De opkomst is bevredigend.
Houdt nu vol, spelers, en blijft geregeld komen
Laten de eerste elftallers zich op de beslis
sende kampen, de tweede elftallers op den
grooten strijd tegen Z. F. C. II, en de derde
elftallers op het misschien nog bereikbare
kampioenschap, behoorlijk voorbereiden.
Waarde nood het hoogst is, is de redding nabij.
De nood is het hoogst; jullie, spelers, kunnen
alleen nog de redding brengen.
Redt A.F.C. nul!
BESTUUR.
N. N.
Er is bij ons een voetbal-crack,
U kent hem wis en drie.
Hij is bij de dames zeer in trek,
Ik ben down als 'k hem niet zie!
Hij is zoo knap, zoo elegant,
Een figuur!! Als een Adonis!
Z'n kicksjes geuren naar Houbigant
Wat toch werk-lijk niet gewoon is.
Na eiken trap vergeet hij niet
Z'n truitje glad te strijken.
't Is of je op z'n kraagje ziet
Hoe daar twee sterren prijken
Hij voetbalt keurig, ja zelfs met charme!
En Zaterdags kom je'm tegen.
Als hij met een „verschooning'' onder
z'n arm
Zich huiswaarts gaat begeven.
Wie hij is? dat zeg ik niet.
Want roem maakt hem verlegen;
Als hij z'n naam zoo openlijk ziet,
Kan hij daar vast niet tegen.
EEN AANGETROUWDE.
.KAMPIOEN
Ik kan geen woorden vinden:
Het zit me tot m'n keel!
Ik klets maar in den blinde:
Het ishet isté veel!!
Ik lijk soms half bezeten
En brul m'n blijdschap uit
In wonderlijke kreten
En kettersch vloekgeluid.
Ik kan het niet gelooven.
Ik kan er niks aan doen
t Gaat m'n verstand te boven:
Wijwij zijn kampioen!
Wie had dat durven hopen
In 't vorige seizoen
Dat het nog zóó zou loopen,
Dat wij dat zouden doen!!
Dat wij na lange jaren
Van taaien tegenstand
Nog candidaten waren
Voor „Kampioen van 't Land"!!
Dat zal een fuif nu geven
Want na deze ééne keer
In A.F.C. haar leven
Gebeurt 't niet dikwijls meer.
Laten wij dus niet „mieren"
Maar nu dit zeldzaam feit
Op waard'ge wijze vieren
In groote vroolijkheidü!
NICO.
1922 1936