Sensatie op sensatie 26 mei 1946: A.F.C.-K.F.C. 4-3 De periode 1945-1950 heeft in zenuwslopend tempo wel de meest bizarre ups and downs opgeleverd, die een voetbalclub in een historisch bezien maar betrekkelijk korte spanne tijds van vijf jaar kan beleven. De oorlog was ten einde, de vijand verslagen en het land uitgeplunderd. Alle, in de jaren van vernedering en schande opgekropte energie brak zich baan ook dus in A.F.C. Naar goed Hollandse trant begonnen wij met een alge mene vergadering, waar Dick Bessem de beste redevoering van zijn leven hield. Zijn slotwoorden: „A.F.C., en avant!" verwekten laaiend enthousiasme. Er volgde een daverend bevrijdingsfeest in het Apollo-Paviljoen daverend ondanks het feit, dat dit de enige fuif van A.F.C. was waar, uiteraard door de omstandigheden gedwongen, geen druppel alcohol te koop was. Enfin, dat werd dan goed gemaakt tijdens de feestelijkheden ter gelegenheid van ons gouden jubileum. Het is bijna niet te geloven, dat er slechts tien maan den verliepen tussen die grimmige 18e januari 1945 toen wij, vermagerd en vol zorgen, in ons „Behouden Huijs" (Eggers) een zorgvuldig gehamsterd borreltje dronken, buiten de Noordwester loeide en de Mof loerde en die feestelijke dagen in november, toen drie avonden voor een stampvol Belle- vue het meesterstuk van Jaap a Cohen „Ons gouden A.F.C."werd opgevoerd. 1945 1950 81

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1970 | | pagina 89