Ik trachtte hem te kalmeren en zei, dat ik best respect kon opbrengen voor
iemand die in het andere kamp zat, daaruit de uiterste consequentie getrok
ken had en het met zijn leven betaalde, maar dat ik het ook voor de gesneu
velde onwaardig zou vinden als een van ons onder druk een huichelachtig
stuk in de Schakel zou schrijven waarvan wij niets meenden. Na een enorme
herrie kwam er een soort compromis tot stand een paar regels.
Heel moeilijk hadden wij als bestuurslid het in 1944. In september even
voor de slag bij Arnhem begon wilden de Duitsers mitrailleurnesten op
de Ringdijk bouwen en nu wilden zij onze tribunes afbreken om schootsveld
te krijgen. Na moeizame onderhandelingen kwam ook hier een compromis
tot stand en dat bestond dan hieruit dat de open tribune ,,a jour" moest
worden gemaakt. En toen wij dat overleefd hadden begon de bevolking de
Wandelweg af te stropen op zoek naar brandhout en toen hebben wij een
vrijwillige bewakingsdienst ingesteld die er in slaagde onze accommodatie
in tact te houden".
Maar Dick Bessem telt dit alles, hoe zwaar het ook was licht in vergelijking
met wat intern de prachtige clubgeest tot stand bracht. Hij noemt de com
missies, die in en vlak na de oorlog prachtig werk deden. „Zij hebben grootse
dingen tot stand gebracht" zegt onze oud-voorzitter. „Eerst kregen wij de
zogenaamde Commissie N.N., bestaande uit Wim van Dijkhuizen en wijlen
Piet Buren, die op jacht ging naar shirts, kousen, schoenen en broekjes
op de vastgestelde prijzen werd niet erg gelet. Later kregen wij de Contact
commissie bestaande uit Arie Waayer, Gerrie Stallmann en Karei Prior, die
contact onderhield met onze jongens die naar Duitsland waren getranspor
teerd om daar voor de Duitsers te werken. En dan de Voedselcommissie; in
de ergste tijd zorgde deze commissie, dat althans de moeilijkste gevallen
waarin het letterlijk een zaak van leven en dood was geholpen werden. Dat
waren Cor Emeis, Ben Bonkink en Herman Meyling, die door Van der Hurk
Sr. tot dit werk in staat gesteld werden. Er kwam brood man, ik heb zelf
ook broden rondgebracht en het was aangrijpend, als moeders begonnen te
snikken als er brood en wat voor brood, nu zou je het niet lusten op
tafel kwam van A.F.C., omdat de jongens lid van A.F.C. waren. Teun Wigge-
mansen sjouwde aardappelen rond, Jaap Suyver kleine gruiskooltjes die hij
met stoffer en blik in zijn fabriek bij elkaar veegde om zijn clubgenoten aan
een beetje huisbrand te helpen.
Toen beseften de mensen letterlijk aan den lijve wat A.F.C. is heus wel
iets meer dan zo maar een voetbalclub. Voor mij was de onvergetelijkste dag
77