„ZeeburgiaA.F.C. Gietregen, modder, miserabel weer. Slecht veld. Veel publiek. Na vijf minuten I0 voor. Goddank! Even later 11. Hofmann- druppels. Strafschop gemist. Koud zweet en regen op mijn voorhoofd. Schuiver van Lungen in de hoek: 21. Hoop. Minuut na rust door Charles 31. Rustiger. Een verwoed Zeeburgia. Slingers. Gillend publikum. Plotseling 32. Beverig op horloge gekeken. Nog acht minuten. Een zacht rollertje. Haaxman vergat te keepen: 33. Ik kan mij nu precies indenken wat het is een plotselinge beroerte te krijgen. Alles verloren. Zeeburgia veel sterker. Ik voelde mij wegglijden in een diepe afgrond. Dorst niet meer op het uur werk te staren. Dan plotseling Lungen, de eeuwige Lungen, alleen keeper nemend, naar links zwenkend. Een boogballetje, precies daar waar de redding van A.F.C. lag. Bom, in het net: 43. Een droomgoal. Ik viel van het tribuneplankje, gilde, brulde, sloeg, was totaal dwaas. Einde. Dank je wel, jongens, merci Charles!" Het protest tegen Z.V.V. werd ook gewonnen, zodat de uitslag 01 werd gewijzigd in 00. En dus „mochten" wij beslissingswedstrijden spelen op neutraal terrein. De eerste ging tegen D.E.C. op het Ajax-terrein. Charles Lungen schrijft: „Het meest onverwachte doelpunt dat ik maakte was tegen D.E.C. op Ajax voor de beslissingswedstrijd om de laatste plaats, seizoen 1930-31: A.F.C.D.E.C. 21. Wij kregen een vrije schop ver buiten het strafschopgebied. Hevige protesten van de D.E.C.-spelers tegen de scheidsrechter, ook van de goalie. Ik lette op de scheidsrechter, hij floot en ik schoot keihard in, terwijl de spelers nog stonden te delibereren. Goal!" Willy Brusse in de A.F.C.-Schakel in zijn vervolgroman „Hoe wordt men zenuwlijder?" over deze wedstrijd: „A.F.C.D.E.C. Op tribune met Hofmann en Bayer. Kalm spelletje eerst. Toen Lungen een schuiver: 10. Brullen: het kan, het moet. Rust. Heibel in de kleedkamer. Zenuwen, anders niets. Ik dacht, dat Charles zou gaan schieten, maar ze namen alweer midden uit: 20. Mijn hoofd stond scheef op mijn romp. Ondenkbaar! Nic. Neseker wond boven zijn oog. Ik bij hem in de kleedkamer. Donderend gejuich boven mijn hoofd. „Wacht 'n moment, Nic, ik ben direct terug." Vloog naar buiten. Viel bijna bewusteloos. Geen 30, maar 21. Terug naar Nic. Ik nog beroerder dan hij. Dokter gekomen. Ik weer op de tribune. De Omega-Klok bij Ajax liep achteruit. Het duurde eindeloos. Een fluit: einde. 21 gewonnen. Ik stak mijn sigaret verkeerd in mijn mond! 64

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1970 | | pagina 72