„Hoe word ik zenuwlijder?" Doelpuntenmachine Lungen Wie in 1970 met een taxi naar Goed Genoeg rijdt en met de chauffeur komt te praten over voetbal in het algemeen en over A.F.C. in het bijzonder heeft wanneer de chauffeur tot de oudere generatie behoort alle kans, dat hij zegt: ,,A.F.C.? Vertelt U mij wat ik heb Sjarl van Lunge nog zien spelen." Als een wat oudere taxi-chauffeur U 35 jaar na dato nog weet te zeggen: ,,Ach meneer, dat zie je tegenwoordig niet meer. Het is nou van tikke-tikke-tak, als U voelt wat ik bedoel. Maar die Sjarl van Lunge, die heb ik kools zien maken meneer, die keeper is grienende thuis gekomen: die zag ze geen eens!" dan moet de betrokken speler iets uitzonderlijks zijn geweest. Dat was dan erelid J. J. C. (Charles) Lungen, die een unieke positie in Amsterdam en in A.F.C. innam. Hij werd door onze supporters verafgood niet door zijn medespelers die hem vaak niet begrepen, deswege werden afgeblaft Charles Lungen was niet bepaald op zijn mondje gevallen en voelden dat zij in zijn schaduw speelden. Dat is het noodlot van een elftal, dat een heel uitzonderlijk speler in zijn midden telt. Over tien jaar weet niemand meer de elftallen van Ajax en Feyenoord uit de periode 19651970 uit zijn blote hoofd, maar iedereen zal dan wèl weten wie Johan Cruyff en Coen Moulijn waren. 1930 1935 59

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1970 | | pagina 67