te verschijning dank zij de genereuze medewerking van ons Ere-!id Toon van Seventer mogelijk werd gemaakt. A.C.C. werd opgericht en ontwikkelde zich al spoedig tot een geziene verschijning op de Nederlandse cricket- velden. Gé Bosch had een prachtige beker verworven en stelde die ter beschikking om ons 1ste elftal vóór het seizoen gelegenheid te geven nuttige oefenwedstrijden te spelen. In die tijd waren namelijk zogenaamde nederlaagwedstrijden erg in trek. De organiserende club stelde dan een prijs ter beschikking voor die tegenstander die haar de grootste nederlaag wist te bezorgen. Het Bestuur besloot na één jaar een gokje met seriewed strijden op twee zondagen te wagen. De eerste maal was het nog bescheiden geweest op één zondag met vier deelnemers: Ajax, D.E.C., V.V.A. en A.F.C. Doch het tweede jaar begon de glorieuze opmars, toen buiten de mannen van het eerste uur ook nog Blauw-Wit, R.C.H. en Z.A.C. tot de deelnemers behoorden. Het ontwikkelde zich tot een sport-evenement, dat de beroemde Zilveren Bal naar de kroon streefde. Dat ook het Bondsbestuur in Den Haag de A.R.O.L.-beker als zodanig waardeerde, moge blijken uit het feit, dat men A.F.C. enkele jaren later eerde, door ondergetekende tot opvolger van de overleden Heer Joh. J. Meyer van de Zilveren Bal als adviserend lid van de Bondsvergadering (er waren toen twee van die leden) te benoemen. Wie de jeugd heeftA.F.C. aspiranten A, 1921-22. Staande van links naar rechts: E. Rood, Tijs Overing, de Bruin, Steenis, Henk Kappelhoff, Charles Lungen; zittend van links naar rechts: Cuipers, Salomons, Niek Neseker, Hes se, Nico Tienstra. 45

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1970 | | pagina 53