De debacle
A.R.O.L.-beker, A.C.C. en
Schakel lichtpunten
'ÜflHr'
Toen mij 25 jaar geleden door de samensteller van het Gouden Boek de
uitnodiging bereikte, om een bijdrage daarvoor te leveren, stelde mij dat voor
problemen. Dat artikel onder de titel „Wat iedere A.F.C-er behoort te weten",
begon dan ook met deze bekentenis:
„Het moge eenvoudig en gemakkelijk schijnen voor velen niet zo moeilijk
„wezen óók om een vlotte bijdrage uit hun pen of typende vingers te
„doen vloeien, wat mij betreft, ik moet eerlijk bekennen, ik zie er tegenop!"
Het bezorgde mij toen bij wijze van spreken menige slapeloze nacht. Je
club bestond 50 jaar en je had daarvan 26 jaarin 1915 als 23-jarig broekje
begonnen een bestuursfunctie vervuld. Je was in lief en leed met die
Club vergroeid en onwillekeurig en onbedoeld ben je dan allicht geneigd
de glansperioden overmatig te belichten. Daarvoor was ik bang en ik be
paalde mij dus mijn zienswijze over het wezen van een amateur-club te
geven, een beginselprogram, waaraan ik mij naar beste weten steeds had
trachten te houden en waaraan ik ook nu nog geen woord zou veranderen.
En nu bij het 75-jarig jubileum gaat het om de donkerste periode die ik als
bestuurslid heb meegemaakt. Nog in 1918 en 1919 nam A.F.C. deel aan de
wedstrijden om het Kampioenschap van Nederland, waarin wij in 1919 zelfs
op een gedeelde 2de plaats met Go Ahead eindigden. In 1920 redden wij het
nog met moeite in de 1ste Klas A, waartoe wij bij keuze op basis van de
1920 1925
43