Een „tegenstrijdige" periode 1913: A.F.C. II kampioen Res. Ie Klasse De periode 1910-1915 kan de meest tegenstrijdige periode in de geschiedenis van A.F.C. worden genoemd. Het „leek" niet goed te gaan, maar in wezen ging het heel goed. Vanwaar deze controverse? Het leek tegenover de buitenwereld, dat A.F.C. afzakte. Onze buurvrouw Ajax was ons voorbij- gestoomd, had het Utrechtse Hercules uit de eerste klasse weten te ver dringen en zo „switchte het publiek van Goed Genoeg naar de naast ons liggende terreinen van boer Koopman, waar Ajax speelde. Eindelijk had Amsterdam weer een eerste klasser en het publiek, tevergeefs hopend dat A.F.C. het zou worden, koos zich Ajax als de grote favoriet en onze penningmeester zat mistroostig naar de recettebakjes te kijken. MaarA.F.C. maakte intern een grote bloeiperiode door. In die vijf jaar eindigde ons eerste elftal vier keer als tweede en één keer als derde. Drie van de vier keer bleef het Delftse Concordia ons een taflengte voor: met drie punten, met twee punten en een keer zonder puntenverschil, maar met een minuscuul doelpuntenverschil, dat toen nog besliste bij gelijk aantal winstpunten (45 15 tegen 4115). In 1915 eindigden wij nummer drie in de door de mobilisatie nodig geworden noodcompetitie achter Ajax en in punten gelijk met de Spartaan. Dat was dus werkelijk niet zo slecht. 1910 1915 27

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1970 | | pagina 35