A.R.O.L.-Beker
In 1923 schonk onze toenmalige penningmeester, wijlen ons Erelid J. G. M.
Bosch, een prachtige beker aan A.F.C., die vóór de aanvang van het
seizoen verspeeld zou moeten worden teneinde ,,ons eerste elftal aan enige
nuttige oefenwedstrijden te helpen". Hij noemde de beker naar zijn vriend
A. R. Onslow van Lierop, een der jongere leden die in de moeilijke jaren
die A.F.C. toen doormaakte enorm veel werk verzette en ons op jeugdige
leeftijd door longontsteking ontviel. Zo ontstond het A.R.O.L.-Beker tour-
nooi.
Aan het eerste tournooi namen deel A.F.C., Ajax, D.E.C., en V.V.A. (Win
naar werd V.V.A.). Het tournooi „sloeg aan", omdat het in een behoefte
voorzag. Het Amsterdamse publiek bleek de wedstrijden om de ter ziele
gegane Scheepvaartbeker node te missen en kwam in groten getale naar
de Zuidelijke Wandelweg. Ook de pers was enthousiast de toenmalige
chef sportredactie van het Algemeen Handelsblad, wijlen G. J. Nijland,
stelde als tweede prijs de Handelsbladbeker ter beschikking.
In slechts enkele jaren werd, voornamelijk dank zij de grote activiteit van
onze bestuursleden Galavazi en Bessem, onder wier leiding een welhaast
feilloze organisatie tot stand kwam, het A.R.O.L.-Beker tournooi na het
Zilveren Bal tournooi het belangrijkste in Nederland. Jaar in, jaar uit waren
de tribunes tot de laatste plaats bezet.
De A.R.O.L.-beker zou definitief in bezit komen van de club, die drie maal
achtereen of vijf maal in totaal winnaar was. Blauw Wit bleek in 1931 beide
wapenfeiten op haar naam te hebben gebracht en zo verhuisde de beker
137