voetballen. Hij was toen 34 en had het hoogste bereikt wat er voor een voetballer die de overgang van amateurisme naar semi-professionalisme had meegemaakt te bereiken is: aanvoerder van de ploeg, die als nummer één in de Eredivisie eindigt en dus kampioen van Nederland in de semi- profsector is. In februari 1957 werd Van Dijk trainer bij Zeeburgia, toen eerste klasse amateur. „Wat wil je?" zegt Van Dijk. „Toen ik daar trainer werd, had Zeeburgia twee spelers van het eerste elftal over. De rest was overgegaan naar betalende clubs en toen moesten wij dus in de eerste klas meedraaien met een tweede elftal. De jongens deden hun best maar wij hielden het niet en wij degradeerden. Het elftal miste de capaciteiten en ik miste de ervaring om ons te handhaven. Met ervaring doel ik dan vooral op psychologisch en mentaal gebied dat is bij de moderne training zeer belangrijk. Het seizoen 1959/'60 was voor mij zeer belangrijk. Zeeburgia startte slecht maar putte uit haar eerste overwinning uitgerekend met 10 op A.F.C. Gepromoveerd! Voorzitter Kappelhoff huldigt het elftal dat ons in 1961 terugbracht in de eerste Klas en biedt de spelers een souvenir aan. Van links naar rechts: Kat, Tak, Teiwes, Beekman, Van Dam, Onsman, Blote, Duys, Briedé, Bouwhuis. 112

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1970 | | pagina 120