Juist! Eén enkele heer uit het zuiden is zo rechtschapen zich voor prof voetbal uit te spreken, de andere 98 stemmen tegen! Is het wonder dat sommigen hier Vondel citeerden, die sprak van ,,pharizeese grijns, met schijngeloof vernist". Nu is de boot an. De tijd is rijp voor een „coup". In kringen van spelers en bestuurderen circuleren geruchten dat een stelletje mensen, en heus niet de eersten de besten, het beroepsvoetbal dan maar buiten de Bond om zullen organiseren, als het niet binnen de Bond kan. En inderdaad, na geheimzinnig gevoerde besprekingen in de jaren 1952 en 1953 vinden enige voetbal- en zakenmensen elkaar en ze vinden ook spelers en terreinen. De Nederlandse Beroeps Voetbal Bond, N.B.V.B., wordt opgericht. Een stuk of 15 nieuwe clubs blijken er deel van uit te maken en onder de spelers telt men de besten van de beste clubs, bijeen gekocht voor wat wij tegenwoordig een habbe- krats zouden noemen. En ziet. De clubs die nog zo kort geleden, met zijn achtennegentigen tegen één, betaling afwezen, zien nu hun goede spelers weifelen, wankelen en zwichten voor de verleiding. Ze raken in paniek, steken de koppen bij elkaar en op 30 juni (we naderen de fatale datum!) dreigen zij het Bondsbestuur, dat zij zelf voorbereidingen zullen treffen om tot beroepsvoetbal te komen. Drie dagen later komt dan die beroemde, of liever beruchte, derde juli, waarin het Bondsbestuur „om" gaat en betaling van spelers toestaat. De verrassing, waarvan Groothoff al in 1920 sprak en die vierendertig jaar op een laag pitje heeft staan sudderen, is plotseling gaar en wordt nu aan de verblufte voetbalwereld voorgezet. De derde etappe in onze serie is afgelegd, de shamateur is semiprof geworden. Een akkoord met de N.B.V.B. kan dan niet ver meer zijn. Het komt inderdaad kort daarna tot stand. En is het eenmaal zo ver, dan zal ook de vierde etappe, de status van full-time prof, een normaal verschijnsel zijn. Ziedaar, zo kort mogelijk samengevat, de historie van een omwenteling, een aardbeving die ook A.F.C. heeft doen trillen. In een van onze Schakels goten we wat balsem op de wonden van het Bondsbestuur door uit de Vertroos- tinghe van Vondel aan te halen: Hij schut vergeefs sich selven moe, Wie schutten wil den stareken vliet Die van een steile rotse schiet Nae haeren ruimen boesem toe. 99

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1970 | | pagina 107