A.F.C. was meer dan een voetbalclub
O0?.. in de barre jaren, die volg
den, bewees A.F.C. herhaalde
malen, meer te zijn dan een voetbal
club alleen. Nadat het Mobilisatie-
Comité door de capitulatie van ons
leger zijn werkzaamheden had moe
ten staken, moest al spoedig een
„Commissie N.N." worden ingesteld.
Deze commissie had de taak op zich
genomen overal shirts, kousen, schoe
nen en broekjes te bemachtigen om
onze spelers in de gelegenheid te
stellen hun sport te blijven beoefe
nen; dat een en ander niet altijd te
gen de vastgestelde prijzen geschied
de, spreekt vanzelf. De „Contact-
Commissie" onderhield een uitvoe
rige correspondentie met de naar
M.C.A.!
'J'OEN wij vijf en veertig jaar be
stonden, was de oorlog reeds uit
gebroken. Nog waren wij neutraal,
onbewust van de verschrikkingen, die
ons de volgende jaren te wachten
zouden staan. Talrijke A.F.C.-ers wa
ren onder dienst. Niet minder dan
vijftig leden stonden aan de grens.
Toen werd opgericht het M.C.A., het
„Mobilisatie Comité A.F.C." Het Co
mité bracht geld bij elkaar en regel
matig ontvingen onze militairen pak
ketten met worstjes, sigaretten, repen
chocolade, kauwgum, pepermunt, le
verpastei, etc. De reactie van onze
leden was enthousiast, Neoproc stuur
de 't volgende gedicht aan de „Scha
kel":
Duitsland weggesleepte arbeidskrach
ten, die lid van A.F.C. waren. De
meest tragische, maar ook zegenrijk-
ste commissie was de „Voedselcom-
missie", die in de hongerwinter werd
opgericht. Zij heeft letterlijk A.F.C.-
leden van de hongerdood gered, door
illegaal wekelijks twee broden ter be
schikking te stellen tegen 30 ets per
stuk (de „zwarte" prijs was toen
35,—).
Helaas heeft A.F.C. na de bevrij
ding van het Duitse juk weer een
commissie moeten instellen en wel de
commissie Indië, die op dezelfde
wijze werkte als het A.F.C. Mobilisa
tie Comité. Pakjes en brieven „naar
de jongens".
Soldaat en de Post
liggen in scholen en forten
Of dagen in een kazemat
Soms er de slaapplaats behoorlijk
Vaak is het er somber en nat.
We slikken weer rats, eten kuchies
We worden om zes uur gepord
Vertellen elkaar hm hm moppen
En zo wordt de tijd dan gekort.
jyjODEL wordt de deken gevouwen
De strozak is hobbelig smal.
Je „slapie" is meestal een „toffe"
Tref je het niet, is 't een kwal
Heel trouw op tijd klop je „Wachies"
Je gaat met de kippen naar bed
Je kauwt chocolade en kauwgum
En hebt om een kleinigheid pret.
gOI.DAAT en de post, dat zijn vrienden
Zijn dag, hoe beroerd ook wordt goed
Wanneer hij zijn vriend, de facteur ziet,
Die wordt met gejubel begroet.
„Facteurtje, zeg, heb je een brief soms
Voor mijen voor mij? En voor mij?"
De één is gelukkig, de ander
Krijgt nietsde facteur gaat voorbij
De soldaat krijgt pakjes en brieven
Hij leest ze, gaat zitten, gaat staan,
Je hoort er soms één hard-op lachen,
Een ander pinkt stiekum een traan
y EG Neoproc, hier is een pakje"
I")1-1 Ik vang het en open het dra:
Sigaretten, een brief, mij gestuurd door
Het ijv'rig A.F.C. „M.C.A."
Eén doosje is spoedig ter ziele:
V raadt al, wat ik er mee deê
Ik gaf toen royaal-weg een rondje,
De dank is voor héél A.F.C.!
De avond van de 4e Mei
^EDENKEN wij hen, die gevallen
zijn. Strijdend in de lucht tegen
de toen nog overmachtige Luftwaffe;
gevallen voor de executie-peletons,
omgekomen in Krijgsgevangenkam
pen, gesneuveld op de brug van hun
schip. Er is veel A.F.C.-bloed ge
vloeid in de goede strijd, de strijd om
vrijheid van denken en doen, die ge
wonnen werd, de strijd om aan de
evenaar chaos en terreur te voorko
men, die verloren werd. Nu, bijna
tien jaar later, kan de twijfel in onze
harten kruipen en ons met de bittere
vraag confronteren: Waartoe? Waar
om? Doch tien jaar is als een dag in
de geschiedenis en Clio, de godin der
geschiedschrijving, heeft per saldo
nog nooit kunnen boekstaven, dat
nutteloos bloed vloeide voor een
goede zaak. De gedenksteen op ons
terrein blijve ons bedevaartoord in
de avond van de 4de Mei, opdat wij
nooit vergeten, wat zij wier namen
in die steen gebeiteld staan voor Ne
derland dus voor ons opofferden.
^EEN, dat waren geen jaren om te
zingen. Ook al ging het A.F.C.
sportief buitengewoon naar den
vleeze. Te verwonderen was dit niet.
De lange duur van de oorlog, de eisen
van de bezettende macht inzake de
totale oorlog, het steeds minder wor
dende vermaak hadden als het ware
een „vlucht" in de sport tengevolge.
Daarbij kwam, dat Amsterdam-Zuid
21