A.R.O.L.-beker
Als A.F.C.
DAN denken wij niet aan ons zeiven
Dan zijn wij samen met ons
B" God! Wij laten niet verscheuren
Die oude rood- en zwarte
De weg omhoog: het tweede elftal promoveert!
D(
maar
wint
hij A.F.C.
JK wil V een liedje zingen
En ook ten aanzien van de Schakel bleef de stemming in de club het
zelfde, want alweer 23 jaar later zong Mevrouw Willy van Nigtevegt in
de Gouden Revue:
I.
Muziek: Jaap a Cohen
Neem me niet kwalijk, dat ik hier verschijn,
't Is wel mijn tijd niet, maar 'k wil er toch zijn!
Als extra nummer dien ik me thans aan,
En k kom als sprekende krant voor U staan!
Wat ik voor nieuws breng, deel ik direct mee:
Heden verjaart ons geliefd A.F.C.
Vijftig jaar voetbal, dat is toch een tijd:
Met grote koppen vermeld ik het feit:
Refrein:
Schakel, oh, schakel,
Jij brengt de band,
Tussen de A.F.C.-familie tot stand.
Schakel, oh. schakel,
Iedere keer,
Ben je ons welkom en boei je ons
weer!
Jij weet steeds alles
Ons lief en ons leed,
Jij zorgt, dat niemand de club ooit
vergeet
Schakel, oh, schakel,
Blijf ons steeds trouw,
Wij kunnen niet zonder jou!
XJET oprichten van de Amsterdam-
sche Cricket Club is van onschat
bare betekenis geweest voor de „all
year-round" band, die de A.F.C.-ers
bindt, maar ik geloof toch niet ver
mis te tasten als ik zeg, dat sportief,
organisatorisch en financiëel de „uit
vinding" van onze toenmalige pen
ningmeester Gé Bosch wel het groot
ste succes der vier initiatieven was.
Gé Bosch dan loofde twee bekers uit
voor het spelen van oefenwedstrijden.
De grootste zou de naam dragen van
A. R. Onslow van Lierop, een der
jongeren in die tijd, een ware steun
pilaar van de club, die ons door een
verraderlijke longontsteking ontviel.
Dit was dus de A.R.O.L.-beker, voor
het eerst verspeeld in 1923, na en
kele jaren reeds voor de Nederlandse
Voetbalwereld, na de Zilveren bal, de
meest begeerde trophee, die te verove
ren was. De beroemdste clubs deden
mee, de tribunes stroomden vol (en
daardoor bleef ook bij onze compe
titie-wedstrijden het publiek komen,
de „loop" kwam er eindelijk in)
waar zouden wij geweest zijn zonder
de A.R.O.L.-beker?
Geen wonder, dat bij de Gouden
Revue Mevrouw Puck Keizer zong:
Zilveren kleinood
A KOh-beker, zilvren kleinood,
Jij bent de trots van A.F.C.!
Wij mogen jou deze dag niet
vergeten,
Jij hoort bij ons jubilé!
A.R.O.L.-beker, heerlijke prijs,
Voor 't allerschoonst tournooi,
Iedere club heeft jou steeds fel
(begeerd,
Want jouw bezit is zo mooi!
J)AARBIJ kwam, dat in die moei
lijke tijden de A.F.C.-ers één
waren. Er werd geen wanklank ver
nomen. Hoe kon het anders, als ge de
Schakel ontving en dan het volgende
gedicht van Nico Holtzappel onder
de ogen kreeg:
^yANNEER wij 's Zondags 't veld
op stappen
Om even nog een bal te trappen
Vóór dat het spel begint,
Dan gaat er bij 't naar buiten treden
Een bange trilling door elks leden
„Als A.F.C. maar wint!"
\y~ANT dan herdenken wij heel even
Dat haast een dertig jaren leven
Die club tezamen bindt.
En dat wij, elven, thans vermogen
Haar naam, haar plaats weer te
verhogen
„Als A.F.C. maar wint!"
elven
Eén lichaam, eensgezind!
Wij kennen dan gevaar noch klachten
Maar ons bezielt slechts de gedachte
„Als A.F.C. maar wint!"
kleuren
Die elk van ons bemint.
Vooruit! Zet op elkaar je tanden,
Haar toekomst ligt in onze handen
Dat A.F.C. weer wint!
&OOR al deze initiatieven hervond
en herstelde A.F.C. zich. Het 30-
jarig bestaan kon feestelijk gevierd
worden. Het tweede, afgezakt naar de
reserve derde klasse, maakte een
„doormars" en ging in één keer te
rug naar de reserve eerste klasse, het
derde kwam terug naar de reserve
tweede klasse en waar het econo
misch in Amsterdam in de jaren
1925 en 1930 uitstekend ging, bloei
de ook het clubleven. Daverende
dans- en feestavonden, onvergetelijke
bottertochten en réunistendiners.
A.F.C. was min of meer synoniem
met onze „vrije tijdsbesteding", waar
tegenwoordig officiéél zo'n aandacht
aan besteed wordt. En als U het mij
vraagt: als ergens officiële aandacht
aan besteed wordt, dan is het, omdat
iets al ongezellig is of omdat ze het
ongezellig willen maken
Op zo'n avond van niet gecoördi
neerde, vier en een half zuilerige
of huilerige of overkoepelde Vrije
tijdsbesteding zong wijlen Piet Ver
meulen op de bekende melodie „Ik
heb mijn hart in Heidelberg verlo-
Mijn hart dat hlijft
Van onze A.F.C.
Die leeft nu dertig jaren
En bovendien nog twee.
De oudste club van Mokum
Is twee en dertig jaar.
Gelooft U maar
Kant en klaar
Is het refrein nu daar.
13