AG er ooit mensen geweest zijn,
die paf stonden van een Kam
pioenschap in de eerste klasse dan
waren het wel de A.F.C.-ers. Knippe
rend met de ogen waren wij dat vol
gende seizoen in die I B terecht ge
komen, deden er even over om te
wennen, realiseerden ons toen, dat de
Kampioen, mee mocht doen om het
Kampioenschap van Nederland en na
een verschrikkelijke „knock out"
competitie lukte dat in de volgende
eindstand
Ondanks tegenslag
toch opgang
Dat eerste jaar in de
eerste klas
Maar juist de thuiswedstrijd tegW
Ajax wonnen wij met 1-0. Sport
redacteur Moussault van „de Tele
graaf", een felle Ajax-supporter,
bracht het verslag onder de niet al
te complimenteuze kop: „A.F.C.
scoort." Heel A.F.C. in vuur en vlam!
Toen op 18 Januari 1920, op de dag
van ons vijf en twintig jarig bestaan,
moesten wij thuis spelen tegen Blauw-
Wit. Indien wij wonnen, waren wij
practisch binnen, maar Blauw-Wit
had een prachtige Kampioenskans en
kwam, o.a. met Schindeler en van
Diermen op oorlogssterkte naar de
Middenweg. Na een boeiende strijd
bleef A.F.C. met 32 in de meerder
heid en plotseling, tijdens de polo
naise bij het feest, daverde het op
de toen zeer populaire melodie „In
het Bosch" van Louis Davids:
^EG het voort, zeg het voort
Heb je 't wonder al gehoord?
A.F.C. heeft Blauw-Wit verslagen!
Ja, 't is waar, al klinkt 't raar
A.F.C. heeft weer gescoord
En we hebben Blauw-Wit verslagen!
Dit is zó maar, tijdens de polo
naise, opgekomen. Die riep wat en
dié zong wat en binnen een paar mi
nuten zong de hele zaal dit zege-lied.
J weer terug naar dat Kampioen
schap van 1909. Dit Kampioen
schap leidde niet tot de vurig ge
wenste promotie. Wij wonnen wel het
Kampioenschap van de gehele Wes
telijke Tweede Klasse (A.F.C.
V.O.C. 2—0, V.O.C.—A.F.C. 2—2)
doch struikelden over Ajax Leiden in
de promotiewedstrijden. (De naam
van deze club leeft thans nog voort
in A(jax) S(portman) C(ombinatie)
tegenwoordig uitkomende in de vier
de klasse.)
De opgaande lijn in de prestaties
werd echter nauwelijks verstoord. Het
tweede elftal won in 1912 als enig
reserve-team van een tweede klasser
uitkomende in de Reserve Eerste
Klasse het Kampioenschap van die
Afdeling! (Oh, huidig nageslacht!)
Dit gaf geen aanleiding tot vreugde
zangen, maar tot iets anders, dat niet
aan de vergetelheid mag worden
prijsgegeven: De bottertocht. Die
bottertocht is tot 1939 een jaarlijks
hoogtepunt gebleven in de A.F.C.-
vriendenkring, waaraan de namen
van wijlen Piet Vermeulen en Henk
Esser verbonden blijven. Gelukkig is
de traditie, in 1945 aarzelend opge
nomen en sindsdien vergeten, in 1954
weer tot nieuw leven geraakt.
Het eerste elftal streed inmiddels
jaar in, jaar uit verbeten om weer
Kampioen te worden, doch het Delft-
se „Concordia" helaas nu ook af
gedaald naar de vierde klasse
bleef ons onder leiding van wijlen dr.
Jan Thomée steeds de baas, hetgeen
A.F.C. de naam van „eeuwige twee
de" bezorgde. Inmiddels hadden Ajax
en Blauw Wit zich naar voren ge
werkt en velen werden „Goed Ge
noeg" ontrouw. Voor „bijna succes"
komt men niet kijken, net zo min in
1915 als in 1955.
Toen heeft Vrouwe Fortuna mede
lijden met A.F.C. gekregen en wat op
het groene veld niet bereikbaar was,
werd zonder dat onze club er in
vloed op uitoefende achter de
groene tafel bereikt. Er was in de
jaren van de eerste wereldoorlog ge
weldig veel deining over de compe
titie en hieruit kan men afleiden, dat
er in de voetballerij weinig nieuws
onder de zon is. De Bond besloot tot
het instellen van een tweede Weste
lijke Eerste Klasse, waarin tal van
clubs zouden worden opgenomen
te weten de nummers een en twee van
de vier Westelijke tweede Klasse af
delingen, nummer laatst van de be
staande Eerste Klasse en de winnaar
van een competitie tussen de vier
nummers drie van die afdelingen.
Het werd een zeer verwarde toe
stand, want die nieuwe eerste klasse
mocht niet vermengd worden met de
bestaande eerste klasse. Er werd dus
al direct een dispariteit geschapen,
die door het publiek zeer goed be
grepen werd, zodat men de oude eer
ste klasse „Roomboter" noemde en
de te vormen nieuwe eerste klasse
„Margarine".
A.F.C. eindigde in de tweede klas
se vóór de nieuwe competitie-inde
ling op de derde plaats (het onver
slaanbare Ajax en het toen zeer ster
ke Spartaan waren ons te glad af) en
wij moesten promotie-wedstrijden
spelen tegen Feyenoord, 't Gooi, en
S.V.V. Twintig minuten voor het
einde van de wedstrijd tegen Feye
noord in het Oude Stadion waren wij
eerste klasse zij het dan 1 B (10
vóór) en toen kreeg A.F.C. de gil-
zenuwen (er is niets nieuws onder
de zonen wij verloren met
1—2.
De week daarop won 't Gooi van
A.F.C. op zijn oude zanderige terrein
in Hilversum met 10. „Dag, met
het handje" heet dat tegenwoordig.
A.F.C. bleef tweede klasse, maar in
een zó afgeroomde tweede klasse, dat
die slechts te vergelijken is met een
derde klasse van nu. En wat bleek
toen? Dat het later zo roemruchte,
maar toen nog vrij onbekende
Feyenoord helemaal niet aan die pro
motie-wedstrijden had mogen mee
doen. D.V.S. (later gecombineerd
met Hermes tot 't huidige H.D.V.S.)
bleek achteraf een protest gewonnen
te hebben tegen Neptunes en had
eigenlijk aan de promotie-wedstrijden
moeten deelnemen. Niet alleen „Lei
den" maar de gehele voetbalwereld
in Nederland in last. De Algemene
Vergadering zag er ook geen heil
meer in en promoveerde ons alle
maal! Zo werd A.F.C. Eerste klas
se B.
A.F.C. 22 12 7 3 31 37—16
de Spartaan 22 12 7 3 31 3619
Ge zult het met me eens zijn: een
„barre" eindstrijd. Tegenwoordig
zou in een dergelijk geval een beslis
singswedstrijd plaats moeten vinden
en objectief gezien, is dit toch beter.