En dan is A.F.C. nog een club met een bijzonder cachet. Ik sprak zoo juist van een periode mogelijk waren het enkele perioden waarin de clubleiding zich niet steeds tenvolle aan het sterk maken der vereeniging, ook naar buiten, heeft kunnen wijden. Mogelijk zelfs, dat het vroolijke, het luchtige wel eens te sterk domineerde. De concurrentiestrijd der clubs is, vooral in de laatste decennia, zeer scherp gewor den en vereischt nu eenmaal van den clubbestuurder een volle concentratie op de opbouwende taak. En toch toch ging er van die gezellige, genoeglijke A.F.C.-ers iets fascineerends uit. Het was wel geen zuivere paedagogie, die de A.F.C.-ers pre dikten, of in stilte beleden, maar het was toch wel een prettig samengaan van sport en vroolijkheid. Nu is de ernst gekomen, doch ook nu nog blijft in den kring Uwer club een sfeer van genoeglijkheid en gezelligheid, die vroeger als het ware geper sonifieerd was in wijlen den onvergetelijken eere-voorzitter Scheepens, en die ook Uw huidige president Bessem zoo goed weet te handhaven. Men moet zich goed bewust worden van wat ik met deze appreciatie bedoel. Er is naast de ernst en de concentratie op de groote doelstelling van onze sportbeoefening toch stellig ook nog veel, dat allerminst veronachtzaamd mag worden. Sport en jeugd zijn synoniem en naast het opvoedkundige en het groote werk in het belang der lichamelijke op voeding, blijve er streven naar vriendschap en gepaste vroolijkheid. Een club is eerst dan sterk, als zij een bron van vreugde voor de jeugd is; dat is de groote voor waarde om de leden heel lang aan het clubvaandel te binden en hen van de koste lijke jaren van hun sportbeoefening blije e en sterke herinneringen mee te geven. Ik meen, dat de A.F.C. van thans de gelukkige combinatie van beide begrippen gevonden heeft. Eenerzijds een jeugd van honderden leden, belust om de club omhoog te stuwen en 't hoogste te bereiken. En dan daarnaast een groote „oude garde", een legioen van onverwoestbaren, een toonbeeld van toewijding en trouw aan de geliefde clubkleuren. Die oude garde omgeeft de jeugd met alle zorgen, die de jongeren noodig hebben en tezamen scheppen zij thans stellig de voorwaar den, die in „Groot Amsterdam" vereischt zijn om het hoofd te bieden aan de eischen, die aan een groote, moderne voetbalclub gesteld worden. Hoe de geest is bij A.F.C. dat komt voor de buitenwereld wel het best tot uiting in het jaarlijksche tournooi om den A.R.O.L.-beker. Ik weet, hoe Amsterdam, en hoe vele leidende clubs in den lande, dit intieme en sportief hoogstaande tournooi, in prettgen stijl en toch steeds exact georganiseerd, niet willen missen en ik kan U ver zekeren, dat de N.V.B. groot waardeering heeft voor alles, wat A.F.C. met de orga nisatie van deze seriewedstrijden in een lange reeks van jaren voor de voetbalsport heeft tot stand gebracht. Ons land en stellig de populariteit van de voetbalsport ten onzent is groot genoeg om als inleiding van het voetbalseizoen verschillende groo te re en kleinere tournooien gelijktijdig te rechtvaardigen, en hoogstens kan men het betwijfelen, of het wel gewenscht is gelijktijdig in een en dezelfde stad ook al is die van den omvang als Amsterdam dergelijke tournooien te organiseeren. Maar hoe het ook zij, A.F.C.'s jaarlijksche tournooi om den A.R.O.L.-beker heeft burgerrechten verkregen, dank zij de uitstekende, op de ware sportiviteit gerichte organisatie. Ik ben er van overtuigd, dat de deskundige samensteller van dit gedenkboek aan de roemrijke historie der club de noodige aandacht zal besteden. Zeker zal hij dan ook 79 iUs

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1945 | | pagina 95