maar gezien de verrassingen van de roulette, die bij ons klimaat heet, volgden prompt een paar zachte winters. In dien strengsten aller winters was voor publiek en deelnemers een speciaal punt op het programma de hardrijderij tusschen A.F.C. en Ajax, die in hun clubkleuren tegen elkaar op de banen van de A.Y.C. uit kwamen. Het zesde elftal zag kans, toen de dooi was ingevallen een voetbal-kam pioenschap bij elkaar te spelen, dat een record is in onze annalen. Van de 16 wed strijden werden er 15 gewonnen en één gelijk gespeeld. De score was: 12618 De oorlogsjaren hebben zich dus voor A.F.C. gekenmerkt door een grooten bloei, sportieve successen en een financieel zooveel beteren gang van zaken, dat het smartekind van elk bestuurslid, dat sinds 1920 aan het bewind geweest is de obli gatielening althans gedeeltelijk uit zijn lijden verlost werd. Dit alles neemt niet weg, dat moeilijkheden en zorgen ons niet bespaard bleven. Onze Joodsche leden moesten bedanken. In 1941 bedankte voorzitter Galavazi. Het afscheid is helaas niet geweest, zooals wij en waarschijnlijk ook hij gehoopt hadden. Misverstanden kunnen Spoedig ontstaan vooral in tijden, waarin teenen extra gevoelig zijn. Onze vroegere voorzitter moge er zich van overtuigd houden, dat geen A.F.C.-er tekort schiet in appreciatie voor hetgeen hij in 26 bestuursjaren voor de vereeniging gepresteerd heeft. Met het voortduren van de Duitsche bezetting spitsten de verhoudingen zich toe en achter de schermen waren moeilijkheden en problemen op te lossen, waarvan de leden niets wisten, die ook niet in algemeene vergaderingen besproken konden worden, doch die het Bestuur voor groote moeilijkheden plaatsten. Toen Jenny Hazemeyer dienst genomen had in het leger van den vijand en in Rus land sneuvelde, werd daaraan in A.F.C. naar de meening van de toenmalige macht hebbers, niet voldoende aandacht besteed. Dick Bessem moest naar Den Haag komen en werd daar op onbeschofte wijze door den zoogenaamden „gevolmach tigde voor de Sport" Groningen a Stühling te woord gestaan, waarop Dick Bessem het antwoord niet schuldig bleef. Op het kantje af zijn toen groote moeilijkheden voor de club vermeden. Een ander conflict bracht het geval Van Swol. Hans van Swol weigerde, tegen N.S.B.-ers te tennissen, waarna hem verboden werd, aan sport te doen of een sport terrein te betreden. A.F.C. beantwoordde dit, door dr. van Swol rustig in de lagere elftallen te laten spelen, hetgeen verraden werd en bijna de schorsing van de ge- heele vereeniging tengevolge had. Ook de A.F.C.-Schakel kwam in het geding. De „heeren" wilden dien naam laten verdwijnen, maar door handig manoeuvreeren lukte het ons, de Schakel in stand te houden. Op tragische wijze gingen sommige onzer leden den dood in. Elias van Praag werd op Oudejaar 1942 in het concentratiekamp te Buchenwalde vermoord; op 15 Februari 1943 onderging G. Nieuwkamp hetzelfde lot in Amersfoort. Op 22 April 1944 over leed J. Ph. Hatzmann tijdens zijn tewerkstelling in Duitschland en op 1 Mei 1944 Joop v. d. Heul in den arbeidsdienst. In Augustus 1944 overleed Herman Fürstner in het krijgsgevangenkamp van Thailand. E. van Gessel werd gedood bij een Engelschen luchtaanval op Den Helder. Augustus 1944 een golf van enthousiasme ging door het zwaarbeproefde vader land. De geallieerden rukten in toomelooze vaart door Frankrijk, bevrijdden België 71

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1945 | | pagina 87