Gerard Johan Ernst Scheepens, tweede luitenant-vlieger en Gerrit Struys Jr., korporaal instructie-batterij, keerden niet terug. Wij noemen hier tevens Henri Pieter Lindner, sergeant-luchtschutter. Hij moge geen lid geweest zijn, toen hij voor het vaderland viel, den eenigen zoon van Piet Lindner voelden wij als een der onzen. Wij zullen hen nooit vergeten. Toen het Nederlandsche leger de wapens tegen--- een tienvoudige overmacht moest strijken na een verdediging te hebben gegeven, die ook het respect van den tegenstander afdwong, en toen de Opperbevelhebber van Land- en Zee macht, de Generaal Winkelman, een oproep publiceerde om het normale leven zoo spoedig en zoo goed mogelijk te herstellen, moest ook de voetbalwereld zich beraden, wat haar te doen stond. A.F.C. meende goed te doen de competitie te hervatten. Inmiddels was het wel erg laat in het seizoen geworden, maar de clubs, tegen wie wij onze beslissende wedstrijden moesten spelen, waren zoo sportief om die wed strijden in ieder geval te spelen. Op 22 Juni 1940 viel thuis tegen Z.V.V. de beslissing. Door een 32 overwinning behaalde A.F.C. voor het eerst na twee en twintig jaar het afdeelings-kampioenschap. In dat veelbewogen seizoen had Gé Bosch een wis selplaquette uitgeloofd voor het jaarlijks verspelen tusschen de eerste adspiranten- elftallen van Ajax en A.F.C. en op 12 Juni 1940 herdacht Galli, dat hij 25 jaar onafgebroken bestuurslid geweest was, hetgeen gezien den ernst der tijden zeer sober gevierd werd. In dien zomer werd het kampioenschap van Amsterdam verspeeld. Hoewel wij dit kampioenschap niet behaalden, slaagden wij er in Ajax en de Volewijckers te kloppen, hetgeen de kracht van het eerste elftal ook in grooter dan tweedeklasse- verband demonstreerde. Zoo gingen wij, althans wat de A.F.C.-situatie aangaat, opgewekt 1940/41 in. Helaas werd op de sportieve vreugde, die de successen van de elftallen ons brachten, een diepe schaduw geworpen door het veel te vroeg verscheiden van onzen clubvader, Schaf Scheepens. Op 27 September 1940 verliet hij zacht en kalm het leven, dat hem in de laatste jaren weinig vreugde bezorgd had, maar dat toch, al met al, een rijk en gelukkig leven geweest was. Want zelden heeft een mensch zooveel vriend schap geschonken en zooveel vriendschap ondervonden als Schaf Scheepens. In de „Psalm of Life" dicht Longfellow:... „And departing leave behind us, footprints in the sand of time,- footprints that perhaps another, seeing, shall take heart again." Inderdaad, Schaf Scheepens heeft „footprints in the sand of time" achtergelaten. „Footprints" die ons allen ten voorbeeld kunnen zijn in het leven in of voor A.F.C. Op 2 November van datzelfde tragische jaar 1940 vond op het Clubhuis een plech tigheid plaats ter onthulling van een oorkonde ter gedachtenis aan onze voor het vaderland gesneuvelde leden. Het leven gaa; verder en het stelt zijn eischen, ook aan de voetbalgemeenschap, ook aan onze A.F.C. Met man en macht werd er gewerkt aan den groei en bloei van de club en in de oorlogsjaren heeft zij een bloei meegemaakt, als zelden tevoren. Te verwonderen was dit niet. De lange duur van den oorlog, de eischen van de be zettende macht inzake den totalen oorlog, het steeds minder worden van alle vor- 69

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1945 | | pagina 85