gelden. In de eerste plaats werd besloten, voortaan ieder elftal een leider mede te geven, hetgeen buitengewone vruchten heeft afgeworpen, vooral bij de jongste elf tallen. In de tweede plaats werd een plan ontworpen, om ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan een groot clubhuis te doen verrijzen. De commissie, die daartoe benoemd werd, heeft bergen werk verzet. Zij vond de befaamde „prikkaarten" uit waarmede kegelwedstrijden, dansavonden en zoo maar borrelavonden volkomen onveilig gemaakt werden. Van Kleine Club tot van Tuyll, van het „Sijsje" tot de „Betimmering", van „Sandeman" tot „de Steeg" kende men de beruchte clubhuis-commissie van A.h.C., die overal en iedereen aanklampte. Nog nooit zijn met zooveel clubliefde en zelfverloochening elfkroegen-tochten ondernomen als door die Commissie. Maar scherts terzijde: die commissie hield zich buitengewoon en om midden in de crisis buiten bezwaar van de clubkas een clubge bouw te doen verrijzen als Esser c.s. deden, is een prestatie, die met gouden lette ren in de A.F.C.-annalen geboekstaafd behoort te worden. Met dat veertigjarig bestaan is het toch een wonderlijk geval geweest. Er zou geen feest gevierd worden omdat er geen geld was en het is een daverend feest geworden. Er zou een „tea" komen in Apollo en die „tea" heeft doorgang ge vonden maar de thee die op die tea gedronken is, kon in een normaal soort vingerhoed. Dank zij de buitengewone financieele medewerking van Toon van Seven- ter, konden wij ons uitleven op een gedenkschrift, zonder bij iedere regel aan de kosten behoeven te denken en Ajax was bereid den jubileumwedstrijd tegen ons te spelen, die ons twee dingen opleverde-, een 71 nederlaag en een pracht-recette. En verder heeft dit jubileum ons opgeleverd Dick Bessem's onsterflijk geesteskind: Het A.F.C. clublied. Toen in de Apollohal tijdens het reunistendiner Fons de Vilder, Jan Snelleman, Jan van Koperen en Arie Waaijer opstonden en voor het eerst het club lied zongen (het geheim was kostelijk bewaard gebleven) toen waren er heel wat oudere A.F.C.-ers, die hun ontroering over een eigen clublied moeilijk konden ver bergen. Dick Bessem werd dien avond eerelid drie jaar daarvoor was Fons de Vilder als zoodanig benoemd en wie de lijst der eereleden beziet bedenkt, hoeveel werk en bemoeiingen in die namen verankerd liggen, kan zich realiseeren, wat er in die decennia gedaan is om de oude club tot de leidende vereenigingen in Amster dam te doen blijven. XI. JAREN VAN CONSOLIDATIE. De jaren, liggende tusschen de viering van het 40-jarig bestaan en het uitbreken van den oorlog, zijn voor de Vereeniging over het algemeen gunstige jaren ge weest. Er waren natuurlijk ook strubbelingen en zorgen voor de n-de maal werd gedebatteerd over de verhouding A.F.C.A.C.C., er waren moeilijkheden tuschen Bestuur en enquêtecommissie en andere interne kwesties maar over het algemeen zouden wij deze periode willen noemen jaren van consolidatie. A.F.C. was een sterke, groote club. De hoofdploeg was en bleef tweede klasse en hoe gaarne wij allen nu eindelijk eens de promotie naar de eerste klasse beleefd hadden, een ramp was het spelen in de tweede klasse niet. Door de voortdurende uitwisseling van eerste en tweede klassers over het algemeen konden de nrs. laatst van de eerste klasse het niet houden in de: promotie/degradatiewedstrijden was de standing van de tweede klasse er sterk op vooruitgegaan en tusschen 65

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1945 | | pagina 81