A.F.C. Ill, dat No. 2 was geworden in de reserve 2e klasse en aan de promotiewed strijden kon deelnemen en met Rapiditas II bleef ons tweede overwinnaar. A.F.C. II was weer reserve 1ste klasse, A.F.C. Ill was reserve 2e klasse, in 14 maanden tijd was het verloren terrein heroverd I Vermelding verdient nog, dat de score van het eerste (71 goals) de hoogste was, die ooit door A.F.C. 1 werd behaald. Charles Lungen, die dat seizoen voor het eerst regelmatig in het eerste gespeeld had, was met 23 goals topscorer I A.F.C. maakte zich, onder leiding van voorzitter Galavazi, gereed om, nu het tweede en het derde weer in hun oude omgeving terug waren, thans ook den beslissenden slag voor het eerste elftal in te zetten. Jack Reynolds zou ons coachen en op 12 October 1927 werd de electrische verlichting in gebruik genomen, welke verlichting ons cadeau gedaan was door Gé Bosch en Fons de Vilder. Daverende resultaten werden geboekt; een 91 op H.V.C. en een 71 op B.F.C. deden het publiek op ouderwetsche wijze naar ons veld stroomen Toen kwam onze noodlotsdag: 6 November 1927. Velox, de groote concurrent kwam op bezoek en klopte ons na een vrij onaangenamen en sensationeelen wedstrijd, waarin „Charles" gekraakt werd, met 32. De betoovering was verbroken; de reactie, die er op volgde kan het beste vergeleken worden met de reactie die het Nederlandsche elftal ondervond na den nederlaag in Milaan tegen Zwitserland, om het wereld-kampioenschap. De resultaten werden steeds matiger en tenslotte moest A.F.C. zich met een in deze omstandigheden teleurstellende 4de plaats tevreden stellen. Het was voorloopig het laatste jaar, dat we in de bovenste helft van de ranglijst ein digden. Zes jaar achtereen was A.F.C. in degradatiegevaar. We gelooven niet te veel te zeggen, dat vrijwel iedere andere club onder zoo iets bezweken was. Maar A.F.C. was „dead and doing well" en bloeide en groeide tegen iedere verdrukking in. Het ledental nam steeds toe en ook de belangstelling bij de thuiswedstrijden werd steeds grooter. Nog steeds breidde „Zuid" zich uit en- daar het van nieuw Zuid een heele reis naar de Meer is, ging men liever bij A.F.C. kijken, waar men steeds „waar voor z'n geld kreeg." Want hoe gek het klinken moge bij een elf tal, dat vrijwel steeds in gevaar was ons team speelde lang niet slecht en had toch kracht genoeg, om ieder jaar voor een beeld van een eindspurt te zorgen en rijp en groen in de competitie te slaan. Meestal was het bij de jaarwisseling mis,- Dick Bessem, die het voor een A.F.C.-bestuurslid onontbeerlijke gevoel voor humor heeft, schreef dan weer een circulaire, die hij sarcastisch „Het is weerzoover" of „De Jaar- lijksche oproep" betitelde; Charles Lungen stapte gemoedereerd Zaterdagsavonds dan maar weer op de Harwich-boot, leende bij aankomst van dezen of gene een of andere ontbrekende voetbalschoen en schoot in heel Noord-Holland de doelen aan flarden. Deze film begon in 19281929, toen het elftal blijkbaar de schrik van het vergokte kampioenschap nog niet te boven was. Nieuwjaar 1929 werd de voetballerij stilge legd, daar de tot dan strengste winter van de twintigste eeuw inviel. Op buitenge woon prettige wijze werden de wintermaanden doorgebracht; Zondag aan Zondag gingen groote groepen A.F.C.-ers tochten maken en zelfs werd op 3 Maart door Nic. Neseker een hardrijderij op de Nieuwe Meer georganiseerd, die veel succes had. 17 Maart werd de voetballerij hervat, doch door het ijsvermaak waren de 55

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1945 | | pagina 67